- 281 vrijgesteld en aan hem verantwoordelijk is. Bij Inlandsche korpsen moet daarvoor een Europeesch officier werden bestemd. Bij het indeelen van een gedeelte bij de compagnieën wordt per compagnie een onderofficier aangewezen als assistent van den trein- officier; bij de cavalerie geschiedt dit per troop (half eskadron). Batterijen en compagnieën sappeurs rekenen als compagnieën. Zoo mogelijk moet bij de jaarlijksche oefeningen eenige dagen worden uitgerukt en buiten de kampementen worden doorgebracht, evenals zulks te velde plaats heeft. Als regel moet gelden dat de treinofficieren der Intendance met het algemeen toezicht belast zijn en verantwoordelijk zijn voor de lastdieren en het materieel, dat gebruikt moet worden overeenkomstig de be stemming en de bepalingen; tekortkomsten in een en ander worden ter kennis gebracht van de bevelhebbers in de garnizoenen. Kan een onderofficier ten behoeve van den trein niet gemist worden, dan kan een soldaat daarvoor worden aangewezen. De als treinofficier dienstdoende officieren der korpsen krijgen een toelage van 30 roepijen in de maand; minderen erlangen de toelage voor buitengewone werkzaamheden bij tarief vastgesteld. De korpscommandanten hebben zorg te dragen, dat na bekomen kennisgeving aan de treinofficieren der depots gelegenheid wordt ge geven voor het inspecteeren van den troepentrein. Betreffende de depots en hunne onderhebbende detachementen valt het volgende te vermelden Behalve de troepentrein worden in vredestijd in 15 verschillende depots transportparken op de been gehouden, welke bestemd zijn, om in tijd van oorlog te worden uitgebreid en op die wijze een gemakke lijke en snelle mobiliseering van het leger mogelijk te maken. In het geheel zijn er 15 depots, nl. in Bengalen en de Punjaub 7, in Assam voor de oostelijke grensmacht 1, in Bombay en Madras elk 3 en te Rangoon voor Burma 1; de parken zijn echter niet in de depot-plaatsen vereenigd, maar verschillende detachementen zijn naar locale behoeften in de omringende garnizoenen gevestigd. Bij elk depot is een treinofficier van de Transport-branch in gedeeld; deze is belast met het beheer van het geheele depot en heeft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 250