249 gezegd is, uiterst langzaam tot stand, doch 't mag niet ontkend worden dat reeds beduidende vorderingen zijn gemaakt. De samenstelling van het opperbevel is dezelfde gebleven en schijnt, evenals vroeger, geheel onvoldoende te zijn. (1) Het middelpunt van gezag berust bij een: tribunal de la guerre", dat overeenkomt met het ministerie van oorlog iu andere rijken! Het is ten nauwste verbonden met enkele civiele instellingen, als bijv. het departement van openbare werken en met het cen&oriaal. De gewichtigste militaire vraagstukken zijn bovendien aan de goedkeuring van den rijksraad onderworpen, terwijl die, welke het geldelijk beheer, dan wel het openen van kredieten betreffen, de bevoegdheid van het ministerie van financiën raken. Het gevolg hiervan isdat het ministerie van oorlog eene onder geschikte plaats inneemt in de rij van de belangrijke departementen. Het ministerie van oorlog is samengesteld uit één hoofdintendant, twee presidenten en vier vice-presidentenwelke bijna altijd tot de civiele ambtenaren behooren. Het is verdeeld in vier afdeelingen en drie sectiën, welke laatste het eigenlijke ministerie vormen. De werkzaamheden er van zijn van veel minder gewicht dan van de overeenkomstige afdeelingen in Europa. De werkelijke bevelhebbers van het leger zijn de gouverneur- generaal, de gouverneur, de Kian-Kiouns Tartaarsche generaals enz.die het grootste gedeelte van de macht uitoefenenwelke in andere rijken aan den minister van oorlog is toegekend. Zij stellen het budget hunner uitgaven vastvoorzien in de ont vangsten welke die uitgaven moeten dekkenregelen de oefening van den troep, zorgen voor de aanvulling van opengevallen plaatsen bij het kader, schaffen het noodige materieel aan, houden persoonlijk inspecties over den troep en brengen dienaangaande verslag uit aan het ministerie van oorlog, waarvan de rol zich bepaalt tot het be noemen van de hoogere bevelhebbers van het legerhet vaststellen van het budget van oorlog voor het geheele rijk en de comptabili teit betreffende personeel en materieel. China is verdeeld in vijf groote gewestente wetende 18 eigen- (1) Zie: Revue militaire de l'étranger, 2e semester 1880, blz. 251.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 268