15
10 luitenants,
terwijl een gelijk aantal officieren van elders aankwam.
Wij hebben hier volstrekt niet het jaar 1863 genomen als een
een extra-jaar van mutatiën, want in de andere jaren was het on
geveer evenzoo.
Bij al dat veelvuldig veranderen sprak toch niettemin vaak luide
de kameraadschap en goed doet het te lezen, hoe het heengaaD, dit
maal een heengaan voor altijd, den uablijvenden smartte.
„Op den 2''11 Maart zoo toch vinden wij opgeteekend „verloor het
„bataljon een trouwhartigen wapenbroeder, den 1™ luitenant Bo-
„gaert, die na eene kortstondige ziekte in het groot militair hospi-
,,taal alhier overleed.
„Bogaert was algemeen bemind, door ieder die hem kende ver-
„eerd en geacht, zijne veelledige kennis, onleschbare leerlust en edel
„karakter deden groote verwachtingen koesteren.
„De officieren en ambtenaren van Willem I, S a 1 a t i g a en
„Banjoe Bi roe hebben een tombe op zijn graf met een toepas
selijk opschrift doen plaatsen".
Wij geven hier eene plaats aan deze woorden, ook omdat van dien
overledene nu nog leven de bijna 90jarige vader, een voormalig
officier, en twee zijner broeders, de kapitein ter zee benevens de
kapitein der infanterie van het Nederlandsche leger, wieu wellicht
deze aan zijn zoon, aan hunnen broeder gewijde taal nog onder de
oogen komt.
De majoor Koek werd den 13ea Februari 1865 vervangen door
den majoor Trappier, die met het 4e Bataljon Infanterie geen veld
tochten maakte, doch toch ook 2 dagen beleefde, welke voorzeker
nimmer uit het geheugen zullen zijn gegaan.
Wij bedoelen de zware aardbeving van 16 op 17 Juli 1865, die de ves
ting Willem I voor eene poos onbewoonbaar maakte en de nog in hare
gevolgen zwaardere aardbeving in den nacht van 9—10 Juni 1867
te Dj okdj ok arta, waarheen het 4e Bataljon ten deele was verplaatst
geworden, wijl het kazerneeren te Willem I binnen de gescheurde
muren levensgevaarlijk was verklaard.
Wij achten, nu er sedert een kwart eeuw achter ons ligt, die
gebeurtenissen belangrijk genoeg, om nu nog eens er naar te luis-