259 -
De waarschijnlijke beginselen van den aanval eener zeemacht
met enkele beschouwingen omtrent de verdediging
De volgende hoofdpunten komen hierbij in aanmerking
I. Eene verrassing met een bepaald doel, o. a0 vernieling van
magazijnen, het besluipen van ten anker liggende schepen, enz.
II. Eene poging om een vaarwater te forceeren of om onder het
vuur der forten deze voorbij te stoomen, ten einde een punt, dat aan
de andere zijde ligt, te bereiken.
III. Eene beschieting van de versterkingen of van de objecten,
welke daardoor worden beschermd.
IV. Een aanval door een sterk eskader, doch voordat de vijan
delijke vloot geheel vernietigd is.
V. Een geregelde aanval, welke tot einddoel heeft de verovering
der versterkingen of het bezetten van een haven- of landingsplaats.
Het welslagen van I, II en IY hangt natuurlijk geheel af van het
verrassend optreden, terwijl de wetenschap, dat de verdediger gereed
is, voornamelijk wat betreft zijn hindernissen, hoogstwaarschijnlijk van
die plannen zal doen afzien.
Omtrent de bovengenoemde punten valt het volgende op te merken
I. De zeeoorlogen van het begin dezer eeuw leveren tal van
voorbeelden van zulk eene verrassing.
Ze zullen in den vervolge zeer bemoeilijkt worden door het elec-
trisch licht en het snelvurende geschut, terwijl voor den verdediger
waakzaamheid de hoofdfactor is. De kleine snelvarende kustwacht
booten zullen ook hierbij een groote rol spelen.
II. De oorlog der Noordelijke tegen de Zuidelijke Staten van
Noord-Amerika is rijk aan voorbeelden hiervan, vooral wat betreft
de riviergevechten; de détails daarvan zijn echter voor de tegenwoor
dige toestanden, door de gewijzigde vechtwijze en den vooruitgang der
vuurwapenen, van weinig belang.
De schepen zullen, vertrouwende op hun snelheid, hun aanvallend
vermogen zooveel mogelijk bewaren voor het verder liggeud object.