260 De verdediger moet nu trachten die groote snelheid gevaarlijk te maken door toepassing van hindernissenen de schepen zelf natuur* lijk zooveel mogelijk onder vuur nemen. De verbeteringen der laatste tijden, in zeemijnen en geschut, staan den verdediger krachtig ter zijde. Het vroeger meermalen toegepaste middel om een waarloos schip tegen de zeemijnen vooruit te zenden, is alleen van toepassing tegen wakende mijnen. Moeten daarenboven de torpedo-netten neergelaten worden, dan vermindert de snelheid aanmerkelijk. Het is echter natuurlijk dat, de omstandigheden in aanmerking nemende, welke het plaatsen der mijnen bepalen, en in verband met de afstanden waarop het geschut nog voldoende uitwerking heeft tegen pantserschepen, het vaarwater zóó breed kan zijn, dat, al zijn ook beide oevers versterkt, de doortocht niet kan worden belet. In zulk een geval zal de plaats der verdedigingswerken op een ander punt gekozen moeten wordende omstandigheden voor eene landing wor den dan echter veel gunstiger voor den aanvaller en het object wordt dan in den rug bedreigd. III. In den laatsten oorlog tusschen Chili en Peru is het herhaaldelijk voorgekomen, dat havens en steden op afstanden van 7200 M. zijn beschoten, en zeer waarschijnlijk zal dit in den vervolge meer plaats vinden, voornamelijk door eskaders van slechts enkele schepen, met het doel schattingen te heffen, eene demonstratie uit te voeren of een bepaald object te beschieten Het is waar dat deze handelwijze door verschillende schrijvers als strijdig met het oorlogsrecht wordt veroordeeld, doch die meening wordt niet zoo algemeen gedeeld, dat men verwachten mag dat een zoodanig optreden niet meer zal plaats grijpen. De grootste afstand, waarop eene beschieting kan plaats hebben, wordt voor eiken vuurmond bepaald door de maximum élévatie; en deze weder hangt af van de inrichting der affuiten en schiet gaten. De afstanden, waarop de aanvallende schepen nog voldoende be schermd zijn, kan met zekerheid worden aangegeven, rekening hou-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 279