16 teren, hoe een ooggetuige daarvan in de annalen van het korps melding maakte: „In den nacht van den 16™ op den 17en Juli omstreeks 2^ uur „des morgens werden de bewoners van Willem I en omstreken on macht uit den slaap gewekt door eene hevige aardbeving, die eenige „seconden aanhield, en de sterke vesting in dat kleine tijdsverloop „verschrikkelijk teisterde. „En wel moet die schok verschrikkelijk geweest zijn, als men den in- „druk nagaat, die dezelve op de gemoederen maakte en den toestand na- „ging, waarin de bezetting zich bevond eenige minuten na dit voorval. „De cour toch was als in een oogwenk bezaaid met menschen. „Officieren, met hunne dames; soldaten met hunne vrouwen en kin deren zieken, als losgebroken uit het hospitaal, bewogen zich in de „meest fantastische kleeding dooreen, allen als verlamd door den „indruk van het oogenblik en met angstige bezorgdheid afwachtende „de dingen die nog gebeuren zouden. „Die angst werd dan ook gerechtvaardigd, toen in den loop van „den morgen nog meerdere schokken volgden en de ontruiming van „de vesting ten gevolge had. „Het bataljon werd zoo goed en kwaad als het kon naar de wallen „gedirigeerd, waar het een paar nachten doorbracht tot er maatre- geletr genomen, om andere logementen te betrekken. „Schrijver dezes als commandant der 6e compagnie betrad na de „aardbeving meermalen dp kazerne, meestal ambtshalve en niet voor „zijn genoegen, hetgeen begrijpelijk zal voorkomen, indien men „met hem in den morgen van den 17™, dus kort na dien zwaren „schok en vóór dat latere schokken hunne vernielende uitwerking „hadden doen gevoelen, de kamer betreedt. „Reeds bij den trap groote stukken van gescheurde bogen, hier en „daar een boog nog hangende, in de kazerne groote hoopen puin, „overal gescheurde bogen, de muren zwaar aangedaan, op de rust kamer alles omgeslagen en beschadigd. En van de aardbeving circa 2 jaren later te D j o k d j okar t a, waar in het fort Vr edeburg twee officierswoningen instortten en de echtgenoote van een kapitein met twee kinderen en eene vrouwelijke bediende onder het puin werden bedolven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 27