274 door eene wijziging in de monteering van onze officieren, en dat be treur ik daarom nog het meest, omdat het uit een gezondheidsoog punt zoo veroordeelde hoofddeksel voor hen nog maar steeds behouden blijft en dat trots de telken jare bij ons fighting element voorkomende slachtoffers van die onvoldoende hoofd- en halsbedekking. Wanneer zal daarin de zoo gehaakte verandering worden gebracht? Welke grootmacht zal er zich op mogen beroemen die weldaad aan ons korps te hebben bewezen Toen ik daareven schreef: wit is bij eene parade minder op zijne plaatswas het denkbeeld verre van me, zeer gewaardeerde kame raden van onze schutterij, om met die woorden eenige toespeling te bedoelen op uwe deelneming aan onze wapenschouwingen. Wie toch, die, zooals ik de parade van heden morgen en van zoo menig anderen dag bijwoonde, zou u willen weren van deze militaire praal vertooningen, waarbij gij waarlijk niet verlegen behoeft te zijn met het figuur dat gij dan maakt op de door u ingenomen eereplaats. Ik wenschte met die woorden er dan ook alleen maar op te wijzen en dit zult gij wel met mij eens zijn hoe de egale donkere kleur van de militaire kleeding de statigheid van het schouwspel verhoogt. Uwe van jaren her dagteekenende witte monteering moge aan dit streven niet bevorderlijk zijn, toch zou ik niet gaarne mijne stem willen verheffen om die in den aangegeven zin te doen wijzigen behoud dus uwe uniform waarin gij ons steeds welkom waart en waarin gij ons welkom zult blijven. Heeft derhalve de tijd in uw vergankelijk omhulsel geen veran dering vermogen te brengen, in andere opzichten is dit daarentegen wel degelijk het geval. Zie bijv. de militaire houding van den in het schutterpak ge stoken burger, zijne houding zoowel in als buiten de gelederen; zie dat defileeren, dat zich bewegen langs den weg,ja waarlijk daar zit pit, daar zit levendaar zit vorm in, en nu wil ik niets te kort doen aan de verdiensten van vroegere schutterijcommandanten, maar men houde het mij ten goede als ik, met het oog op hetgeen in onze dagen de Bataviasche Schutterij te aanschouwen geeft, opnieuw de waarheid erkennen moet van het spreekwoordle colonelc'est le régiment.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 293