287 2°. Gevolgen voor den handel. Om zich te overtuigen van de belang rijkheid van de voor den handel verkregen resultaten is het voldoende een blik op de kaart te slaan. Gedurende verscheidene jaren waren de wegen gesloten voor de van Foutou Djallon komende karavanen, die zich naar onze etablissementen aan de Senegal begaven. De Engelsche handelaars, die zich niet ver van Sénoudébou gevestigd hadden, kochten alles op. De handelswegen zijn nu weder opengesteld. De centrums van voortbrengselen zijn open voor onze handelaars. De karavanen kunnen zich vrij heen en weer begeven hetzij door Bondo hetzij door Bombouk. Foutou Djallon begint reeds ons over Dentilia en Sekokoto eenige koopwaren te zenden. Op verzoek van den commandant van de 2° colonne heeft dit laatste dorp zich gehaast de koopwaren, die aan handelaars van Médine ontnomen waren, terug te geven. Yoegen wij hieraan toe, dat de nieuw voor onzen handel opengestelde staten rijk zijn aan allerhande producten, als: gerst, aardnooten, maïs, rijst, boomwol, indigo, gom, caoutchouc, was, ossen, enz.; dat de inwoners land bouwers en weinig krijgslieden zijn en niets liever wenschen dan onze havenplaatsen te bezoeken, indien zij zeker zijn niet onderweg te wor den vermoord; dat Bambouk en de waterloopen in Falémé rijk aan me talen zijn, waaronder in de eerste plaats goud; dat de geheele streek zich in een woord zeer goed leent tot eene ontginning van de handelswaren, die zij bevat. "Wat de Sarracoolsche landen betreft, de vrede, die er pas gesloten is, heeft reeds vruchten gedragen. Alle bouwlanden zijn bezaaid geworden en spoedig zal men van Bakel tot Kayes slechts eén grooten akker ont moeten. De handelaars hebben weder hunne kantoren opgericht in de dorpen langs de oevers van den stroom; hunne vrachtschepen beginnen weder van de eene plaats naar de andere te gaan. Men rekent er op dat de eerstvolgende oogst vruchtbaar zal zijn en dat de handel in ruime mate zal profiteeren van het nieuwe tijdperk van vrede, dat voor deze streek is aangebroken. 3°. Militaire gevolgen. Uit een militair oogpunt werd er eene groote proefneming gedaan: twee Fransche colonnes, met hare artillerie en haar trein, zijn vertrokken van twee punten op meer dan 300 KM. van elkander verwijderd, dwars door onbekende, vijandelijke, moeilijk te doortrekken landen, bovendien gescheiden door een 200 M. breede rivier; op dag en plaats in de marschorder aangegeven, op meer dan 300 KM. van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 306