298
politieken toestand en met het oog op een te verwachten conflict met
Rusland, de Britsche strijdkrachten eene blijvende vermeerdering on
dergingen, tengevolge waarvan organisatie en formatie belangrijk
gewijzigd werden. De Europeesche troepen werden vermeerderd met
1 batterij rijdende artillerie, 2 veldbatterijen, 2 bergbatterijen, 6 batte
rijen garnizoensartillerie en 3 bataljons infanterie, terwijl bij alle
cavalerie-regimenten een 4e eskadron werd opgericht en de formatie
der infanterie werd uitgebreid. Het Inlandsch gedeelte van het leger
van Bengalen werd 2 bergbatterijen, 2 regimenten cavalerie en 9 bataljons
infanterie sterker gemaakt, terwijl bij Dagenoeg alle wapens de formatie
werd vermeerderd. "Van het Inlandsch gedeelte van het leger van Madras
werd slechts bij enkele wapens de formatie uitgebreid. Het Inlandsch
gedeelte van het Bombay-leger werd een regiment cavalerie sterker
gemaakt en de formatie werd bij enkele wapens eveneens vermeerderd.
Tengevolge van een ander werd o. m. de gezamenlijke sterkte
van het geheele Britsch-Indische leger van 190.641 officieren en min
deren gebracht op 220.500 officieren en minderen, en onderging zij dus
een vermeerdering van bijna 12 °/0,
Natuurlijk zullen die veranderingen niet geheel zonder invloed ge
bleven zijn op de formatiecijfers van den trein en men mag dus
aannemen dat, ook in verband met den nog niet bevredigenden toestand
van Opper-Burma, alwaar van het leger, en dus ook van den trein,
groote krachtsinspanning gevorderd wordt, de uitgaven thans meer
bedragen dan aanvankelijk is geraamd veilig mag dus worden gesteld
dat, behalve aan uitgaven in eens tot een bedrag van minstens f 360.000,
de onkosten van de bestaande treinorganisatie nu minstens 3f millioen
gulden per jaar, op eene oorlogsbegrooting van nagenoeg ƒ210.000.000,
bedragen.
Hoe geheel anders en hoe treurig is de toestand bij ons. "Wij hebben,
evenals elders het geval geweest is, bij al onze oorlogen ondervonden
dat, bij gemis van eene organisatie en voorbereiding in vredestijd,
aan den trein schatten zijn ten koste gelegd en dat deze desniettegen
staande nimmer en bij geen enkele gelegenheid aan zijne bestemming
heeft kunnen beantwoorden, ja vaak op de meest noodlottige wijze op
de militaire operatiën heeft teruggewerkt en in tegenstelling van