302 richting van den transporttrein, die ter Westkust van Sumatra in 1834 in het leven was geroepen en waarvan de resultaten vermoedelijk geleid hebben tot de voorstellen, in 1837 door den generaal-majoor Cochius aan de Indische Regeering gedaan. Op Nias zoo vindt men vermeld werden menschen opgekocht, om die als koelies of dragers eenige jaren voor hun losgeld, onder toekenning van zeker loon, te laten dienenmaar daar men den man niet van de vrouw en kinderen kon scheiden, zoo deed men dikwerf driedubbele uitgaaf, om één werkend persoon te erlangen. Ook liet men onder andere voorwaarden volk uit het zuidelijke binnenland ophalen en bannelingen van Java komen. De onkosten waren aan merkelijk, zonder dat evenwel de inrichting aan het doel beantwoordde. In 1824, toen men de Inlanders tegen betaling bezigde, kostte het transport voor het militair-wezen f 18500; door het aangenomen vredesstelsel waren de uitgaven in 1829 tot 880 gedaald. Maar de eerste uitgaven voor de nieuwe inrichting beliepen in 1834: voor de eerste werving van vreemdelingen (Niassers) f 24000, voor aan koop van lastdieren f 3200, voor karren en pakzadels 10000 en voor onderhoud van al het opgenoemde 5000 's maands. Daarbij voegde men 400 bannelingen en eenige paarden van Java, Bima en Makassar, ofschoon er op Sumatra genoeg te krijgen zijn, zoodat het onderhoud dier gebrekkige inrichting in het eerste jaar reeds meer dan f 80000 kostte, ongerekend het kapitaal, dat vooral door de groote sterfte der dieren spoedig werd verslonden. En nog was men genoodzaakt de hulp der bevolking in te roepen, want in 1836 vindt men dat voor militaire transporten aan vrije dragers is uitgegeven f 188.877. Behalve voor den dienst der gewone transporten van militaire behoeften moet de inrichting dienen tot vervoer van mono. polie-zout naar de bovenlanden en tot afvoer van daarvoor in te ruilen of in te koopen koffie naar de kust. Elders vindt men aangeteekend dat de kosten van oprichting na 1837 gesteld moeten worden op minstens 100.000 en dat er volgens raming f 5000 per jaar te kort kwamvoorts dat de inrichting in 1839 f 136.000 aan het gouvernement had gekost (1). Merkwaardig echter is de mededeeling van den generaal De Stuers (1). Het militair transportwezen te land in Indië. I. M. T., jaargang' 1881 No. 12

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 321