304 de 2e Bonische expeditie, omdat eeo en ander, hoewel Dog zeer veel te wenschen overlatende, toen van dien aard geweest is, dat men krijgsverrichtingen heeft kunnen ondernemen, waarvan de snel heid en de afstand, waarop zij zijn uitgestrekt, in onze latere oorlogen zelden of niet zijn overtroffen (1). Daaromtrent vindt men vermeld dat aanvankelijk het D. v. O. had voorgesteld om aan de expeditie dwangarbeiders toe te voegen, maar dat dit was afgestuit op de meening van het Hoog Gerechts hof in Neerlandsch-Indië dat, vermits de tegen hen gewezen vonnissen bevel droegen, waar zij hun straftijd moesten doorbrengen, geen be voegdheid bestond daarop inbreuk te maken en hen naar Celebes over te voeren. Men was daarom genoodzaakt zich te bepalen tot het aanwerven van vrije koelies, aanvankelijk tot een getal van 800, later opgevoerd tot 1100. Geheel zonder pressie schijnt dit niet te zijn geschied; te Batavia werden althans 300 koelies, soms in spijt van geboden tegenstand, door de politie bijeengebracht en werd hun door den resident afgevraagd, of zij tegen een ruime belooning in geld per maand, benevens kleeding en voeding, als koelies aan de expeditie wenschten deel te nemen. Slechts weinigen weigerden en den daaropvolgenden dag vertrok de expeditie. Daar dit cijfer echter voor de behoefte niet voldoende was, kwam de opper bevelhebber op de gedachte een aantal karren met trekossen aan de intendance toe te voegen, alsook een aantal draagzadels mede te nemen. Men bezat toch de overtuiging, dat op Celebes een voldoend aantal pikolpaarden zoude te verkrijgen zijnmocht dit niet het geval zijn, dan was de generaal voornemens, als uiterste redmiddel, de cavalerie te laten afstijgen en de paarden als vracht dieren te gebruiken, daar hij zich niet door gebrek aan transport middelen wilde lateis weerhouden. Te Passaroeang werden 30 karren besteld en te Soerabaia werd de levering van 50 draagzadels aanbe steed. De berekening was, dat elke kar een last, gelijkstaande aan die van 20 koelies, zou kunnen vervoeren en dat elk draagpaard den arbeid van 4 koelies zou kunnen verrichten, zoodat, wanneer ziekte en sterfte onder de koelies en trekdieren geen teleurstellingen zouden berokkenen, alsdan een gewicht van ruim 30000 KG. zou kunnen (1) Perelaer. De Bonische expedition.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 323