307 ni^t eens te spreken dan bestond de kans dat door allen, die in deze aangelegenheid hebben mee te spreken, de noodzakelijkheid van eene organisatie in vredestijd zou worden erkend. Het is daarom onvermijdelijk noodig die financieele geschiedenis uit de archieven bijeen te zoeken, hetgeen natuurlijk niet anders dan door of van wege de Ve Afdeeling van het Departement van Oorlog kan geschieden; daar of bij de rekenkamer moeten de gegevens te vinden zijn en moet dus het noodige onderzoek worden ingesteld. In afwachting van den uitslag van dat onderzoek moet men zich tevreden stellen met een raming op grond van de bekende gegevens; voor die gegevens verwijzende naar de N0'8. 6, 8 en 10 van den jaargang 1886 van dit tijdschrift, volgt hieronder eene raming van de onkosten van den trein bij de 1° en 2e Atjehsche expeditie. Met de le expeditie vertrokken van verschillende plaat sen naar Atjeh 1085 dwangarbeiders de passagekosten op 30 per hoofd stellende geeft dit1085 X 30.... 32550 volgens eene berekening van den heer J. A. "Wiselius in zijn opstel over het gevangenis- en dwangarbeidstelsel in Nederlandsch- en in Britsch-Indië (T. v. N. I. 1885) kost elk dwangarbeider den staat jaarlijks 200dit geeft voor 21j maand (geheele duur der expeditie met voorbereiding 21 1 Maart tot medio Mei)1085 X 200 x traktement mandoors85 X 10 X 2b,.... id. dwangarbeiders1035 X 5 X 2|.... een maand voorschot aan allen siriegeld ƒ0.015 per dag1085 X 75 X 0.015. extra voeding berekend op 0.05 per dag1085 X 75 X 0.05 geneeskundige behandeling, verpleging, medicijnen enz. gesteld op materieel, draagstokken, rotan, tandoe's enz. gesteld op opzichtvoerend personeel: een 2e luitenant, 1 schrijver en 10 onderofficieren met alle kosten voor overtocht enz. ge steld opöUUU Te transporteerenƒ118.302 45225 2125 12937 5175 1220 4070 5000 5000

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 326