314
bij deze zal steeds bij hen de neiging bestaan om zich aan toezicht
en den dienst te onttrekken. Dat over het algemeen in het gebruik
van dwangarbeiders, zooals dat te Atjeh is voorgekomen, zoo weinig
o-ezien en dit min of meer als eene natuurlijke zaak beschouwd
wordt, schijnt in hoofdzaak te moeten worden toegeschreven aan
Indische toestanden en staat in verband met het eigenaardige stelsel
van dwangarbeid in Nederlandsch-Indië in gebruik, dat door een
bevoegd beoordeelaar niet geheel"ten onrechte, weelderig, duur, de-
moraliseerend en onvoldoende is genoemd (1). Men zal elders te
vergeefs naar iets dergelijks zoekende ontzettende verliezen aan
menschenlevens de sterfte te Atjeh bedroeg in de eerste helft van
1885, 35 en het geheele verlies in de tweede helft van dat jaar
126 stellen dien toestand zeker in geen gunstig licht.
E. K. A. de Neve.
Wordt vervolgd.)
O
(1) J. A. Wiselius. Het gevangenis- en dwangarbeidstelsel in Nederlandsch-
Indië. T. v. N. I. 1885. Deze schrijver stelt reeds de vraag, of het voor het gou
vernement niet goedkooper zou uitkomen om de dwangarbeiders op expeditie of te
Atjeh door kameelen, ezels of draagpaarden te vervangen, zooals de Engelsclien dit
gewoon zijn te doen.