316 lilla's bewapende prauw, die de dichtbij zijnde rivier afzakte, te hulp en werden onze troepen met geweer- en lillavuur in den rug bestookt. Niettegenstaande het detachement daardoor in een hachelijken toe stand kwam, wist de kapitein Yan Oijen den moed zijner onderge schikten zoo goed staande te houden en hen door zijn voorbeeld in die mate aan te vuren, dat de vijand tot den aftocht gedwongen en daarna achtervolgd werd, waardoor zijne prauw in onze handen viel. Hij liet meer dan 100 dooden achter. Bij het oprukken van twee colonnes, onder bevel van de kapiteins Benschop en Graas, in 1859 tegen kampong Moening op Borneo liet de vijand, die in de hooge alang alang verscholen was en de diepste stilte in acht nam, de eerste colonne ongemoeid voorbijtrekken, doch toen de kapitein Graas volgde, werd zijne afdeeling, welke in carré formatie marcheerde, onverwachts aangevallen door een honderdtal in het wit gekleede vijanden. De overval geschiedde van eene zijde, geheel tegenovergesteld aan die vanwaar men de vijanden ver wachtte. Onder vreeselijk geschreeuw en met gevelde lans stortten zij zich op onze gelederen en brachten zij eenige manschappen om het leven, zoodat er verwarring ontstond. Deze werd nog vermeerderd, doordat de koelies op de vlucht sloegen, waartoe een gedeelte der troepen zich ook liet medeslepen. De kanonnen zelfs werden door de bedieningsmanschappen ver laten, toen de bedekking zich teruggetrokken had. Kapitein Graas wist echter spoedig de orde te herstellen, zijne manschappen tot staan te brengen en den vijand tot den aftocht te noodzaken. Tijdens dien oorlog op Borneo werd eene patrouille onder bevel van den len luitenant Yan Emde uitgezonden om het vijandelijk hoofd Abdoellah gevangen te nemen, die in de kampong Soengey Malang verblijf hield. Genoemd hoofd was medeplichtig aan het plan om de bezetting van Tabalong te overvallen en over de kling te jageu. Onderweg ontmoette men vier zonen van het hoofd en het zou zeker niet moeielijk geweest zijn, hen te ontwapenen en gevankelijk mede te voeren, doch om geen argwaan op te wekken en zoodoende het plan te verraden, liet men hun de wapens en werden zij verzocht de colonne te begeleiden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 335