336
zijn dit door voorbeelden te verduidelijken Wij vragen alleen
nog maar hoe of art. 7 wel gelezen moet worden als er te
Batavia geen geschikt militair apotheker is en men dus volgens art.
2 hiervoor burgerleeraars moet benoemen. Men had naar onze
meening zonder de belangen van den dienst te schaden die examen
commissie, in een groot garnizoen als dat te Batavia, gerust wat
talrijker kunnen maken en dan bijv. art. 7 zoodanig kunnen wijzigen,
dat elk antwoord steeds door 3 of 4 getaxeerd moest worden. Zou
een taxatie door bevoegde mannen niet rechtvaardiger wezen, dan
die van iemand, die geroepen wordt een vak te beoordeelen, waarvan
hij, op zijn zachtst uitgedrukt, weinig weet?
Hoe moet zoo iemand de keuze doen tusschen een 4 of een 3?
Ook de slotalinea van art. 7 zouden wij gaarne uit het nieuwe regle
ment missen. Bij een mondeling examen soit, maar waarom bij een
schriftelijk examen op de vlugheid van antwoorden te letten 5 men moet
maar eens een vergelijkend examen, waarbij op den tijd gelet werd,
afgelegd hebben om te weten hoe angstig men dan uitziet naar zijn
mede-adspiranten, als men deze met een voltooide vraag ziet opstaan
en hoe men zich haast H°. 1 of 2 te zijn.
En de beknoptheid, waarmede men zijne gedachten uitdrukt, deze
willen wij wel in het reglement behouden doch onder voorbehoud,
dat men voor elke vraag veel tijd beschikbaar stelt en dat men be
hoorlijke vragen stelt dus niet bijv.: De Atjeh-oorlog.
Art. 8 zal er zeker toe bijdragen, dat meerdere adspiranten slagen
zullenof men een of twee vakken onvoldoende moet hebben om
niet te slagen is een groot verschil. Laat ons dit artikel dan ook
met vreugde begroeten, overtuigd als wij zijn, dat de eischen wel wat
scherp waren. Wij veroorloven ons echter de opmerking, dat alinea
3 van dit artikel overbodig is.
„Afgewezen worden zij, die in meer dan 2 vakken een onvol
doend cijfer behaalden.
„Geslaagd zijn de overigen, mits het gemiddeld cijfer over alle
vakken te zamen genomen meer bedraagt dan 4."
Zou onzes inzieus een betere redactie van dit artikel wezen;
het stemmen over hen die één vak onvoldoende en toch een
hoogei gemiddeld cijfer dan 4 over alle vakken te zamen genomen