349 of dalen. Aan deze behandeling is echter het nadeel verbonden dat de kabel over het grint der trambaan schuurde, zoodat het beter voor kwam, het vieren en inhalen van den kabel verder met de hand te doen geschieden. Vervolgens stegen de majoor Haver Droeze en de Heer Spencer tot eene hoogte van ongeveer 40 M. op; de Heer Spencer toch achtte het wegens den wind ongeraden hooger te stijgen, omdat de mand soms in een vrij aanmerkelijk schuinen stand ten opzichte van den ballon hing. Ook de le luitenant der genietroepen F. A. C. A Pels Rijcken steeg daarna met den Heer Spencer tot ongeveer dezelfde hoogte op. Bij onderzoek bleek dat de ballon, belast met den majoor Haver Droeze en den Heer Spencer benevens twee zandzakken, zijnde 72.5 -|- 55 -j- 50 KG. niet opsteeg, doch wel als er een zandzak uitgenomen werd, zoodat de stijgkracht meer dan 152.5 KG. en minder dan 177.5 KG. bedroeg. Den volgenden ochtend werd de ballon vroegtijdig nog met meer gas gevuld, totdat de stijgkracht ongeveer 25 KG. meer dan den vorigen avond bedroeg; de ballon werd over het hek van Pendetie gebracht en onder begunstiging van zeer kalm weder op den trein geladen, die ten 7 ure 25 minuten v. m. naar Lambaroe vertrok en ten 8.35 ure v. m. stopte op ongeveer 200 M. ten Koorden van het oude station. Onmiddellijk werden de noodige toebereidselen gemaakt voor de opstijging, welke ongeveer 10 minuten later plaats had, aanvankelijk tot op eene hoogte van 150 M. en ten ongeveer 9 ure 30 minuten tot eene hoogte van 260 M., hangende de kabel tamelijk wel verticaal, daar er geen wind was, zoodat de ballon volstrekt niet schommelde en het schuitje recht er onder hing. Alleen voelde men af en toe eene kleine draaiende beweging. Omstreeks 10 uur was de ballon weder gedaald en werd hij op den trein bevestigd. Ten einde niets te vergeten, waren de volgende vragen gesteld, die hieronder met de antwoorden volgen I. Kan men 5 bentings op Tjot Goeë zien en wat ziet men van een ze vental loopgraven ten Noorden der meest noordelijke benting van Tjot Goeë?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 368