350 -
De heuvel Tjot Goeë deed zich, vooral van eene hoogte van 260
M. gezien, ongeveer voor als vlak landde oneffenheden van den bodem
waren veel minder duidelijk merkbaar dan uit de verhoogde schil
derhuizen van Lamreng enz.
Yan de vijandelijke versterkingen weid door den majoor Haver
Droeze niets waargenomen dan die nabij den hoogen boom, ongeveer
op het midden van den heuvel, die op de kaart voorkomt.
Loopgraven kon genoemd hoofdofficier niet zien, ook geen beweging
van volk.
Hoewel kapitein Yan Heutsz aan majoor Haver Droeze den 4en Augus
tus te Ketapan Doewa, Lampeneroet en Lamreng alles had medegedeeld
wat omtrent de vijandelijke positie op Tjot Gfoeë bekend was, en laatst
genoemde het kaartje, bevattende de resultaten der verkenning op 7/8
Februari jl. bij zich had, kon hij, zooals uit het bovenstaande blijkt, nage
noeg niets van die versterkingen bespeuren. Indien hij niet vooraf gewaar
schuwd was, zou hij niets bespeurd hebben, daar de waarschijnlijk zeer
kleine werken zich tegen het omringende terrein niet genoeg afteekenden.
II. Wat ziet men tusschen Tjot Goeë en Lambaroe ter hoogte
van kampong Kaloet
Het terrein deed zich aldaar voor als eene sawah, waarop hier
en daar boomgroepen voorkomen.
Ter hoogte ongeveer der ruïne mesdjid Kaloet zag men een paar
huizen of pondoks onder «en groote en een paar kleine boomen en
omgeven door een vierhoekigen pagger.
Dit geheel maakte op den verkenner wel den indruk eener ver
sterking, hoewel hij er niet zeker van was, dat het er een is.
III. Wat ziet men in de richting van den Anagaloëng-dijk ten
Z. en Z. O. der oude kogelvangers?
Eene droge sawah, waarop hier en daar een plas en een voetpad
ongeveer evenwijdig aan den dijk. Versterkingen of loopgraven zag
men er niet.
IV. Wat ziet men over Sir oen heen in de richting van Gani en
Tjot Kemedoi en ivat ziet men in den omtrek ten Z. en O. van Siroen
Is de missigit Gani te zien en de dicht daarbij gelegen benting van
Tiroe
Er was niets te zien dan de sawah, die hier en daar inspringt in