852 deze ten 10 ure 5 minuten v. m. van Lambaroe, ten einde eene op stijging te doen in de nabijheid van Lamreng. Br was echter intusschen wat wind gekomen, die langzamerhand sterker werd en waardoor ten ongeveer 10 ure 45 minuten de mand van den ballon tegen de telephoondraden werd geslingerd, zoodat een der touwen, waaraan de mand hing, werd doorgesneden, terwijl de bovenstegevlochten rand der mand, een weinig beschadigd en van vorm veranderd werd. Ten elf ure raakte de kabel van den ballon, die ongeveer 30 M. was opgelaten, in de takken van een hoogen boom verward. Door deze takken te kappen, gelukte het na vrij veel moeite den ballon weder vrij te maken en voorbij den boom te brengen, waarop hij weder op den trein bevestigd werd en zeer langzaam werd voortgereden. De wind was allengs sterker geworden, soms deden zich rukwin den voor, soms daalde de ballon zeer laag naast den trein en toen hij zeer dicht daarop werd vastgebonden, slingerde hij afwisselend naar beide zijden over, voortdurend op het punt, de telephoondraden of het geboomte te raken. Er werd zeer langzaam om zoo te zeggen stapvoets doorgereden tot 111 /2 uur, toen de ballon door een rukwind tegen een kleinen boom rechts van den weg werd geslingerd en een scheur van onge veer 0,5 M. bekwam. Een oogenblik later deed een volgende ruk wind den ballon geheel van onderen tot boven openscheuren, waarop aan voorzetting der proef niet verder viel te denken. Zwavelzuur voor eene 2° vulling van den ballon was in Atjeh niet voorhanden. De ballon zelf kon, volgens zeggen van den Heer Spencer, in een paar dagen genaaid en dan weder gebruikt worden. Per telegram van Batavia of Calcutta zwavelzuur ontbiedende, zou den er toch minstens 14 dagen verloopen, voor dit in Atjeh kon worden ontvangen. Aangezien door de opstijging nabij Lambaroe en de proef met het vervoer per tram voldoende was aangetoond wat men hier van een ballon captif kan verwachten, zoo kwam het niet noodig voor den Heer Spencer, wiens contract voor eene maand den 20en Augustus jl. eindigde, nog voor een nieuwen termiju aan te houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 371