361 - Daar dit geschut bestemd is voor het eigenlijke vuurgevecht, moet het zoo worden ondergebracht, dat het aan eene langdurige, gecon centreerde beschieting zal weerstand kunnen bieden. Met groote zorg zal het aantal, kaliber en de munitievooraad moeten worden bepaald. Elk onderdeel moet haar eigen commando hebben; een centrali- seerend ingrijpen in de détails van de vuurleiding moet worden vermeden. De plaats, waar de hulpmiddelen voor de afslandsmeting zijn opgesteld, moet zoo gekozen zijn dat deze niet te vernielen zijn (door een gedekte opstelling of door kunstmatige dekking). Het uitzicht van daaruit mag niet belemmerd kunnen worden door rook. De commandant van elk onderdeel moet over eene inrichting kun nen beschikken, waardoor hij aan ieder stukscommandant zijne be velen kan geven. 2. Het geschut en de mortieren bestemd voor het vuren onder groote elevatie. De plaats voor dit geschut is niet aan enge grenzen gebonden, daar het onnoodig is, dat het onder vuur te nemen doel van uit de batterij zichtbaar is. Het zal dus geheel gedekt kunnen worden op gesteld, in de meeste gevallen zelfs zonder omwalling; daarentegen zal het gewenscht zijn ze dikwijls te verplaatsen en daardoor voor uit de noodige maatregelen te treffen (aanleg van wegensmalspoor). Het doel van dit geschut is tweevoudig, nl. 1°. moet het verhinderen het voor anker liggen, zoover zijn schootsverheid reikt; 2 den aanvaller zoodoende te dwingen -de beschieting op ver deren afstand te openen. Eene ruime munitie-aanvoer en een groot aantal vuurmonden zijn voor deze groep hoofdvereischten. Het is bepaald noodig omdat een schip, dat onder het bereik van hun vuur is gekomen en daar door wordt verrast, zoo spoedig mogelijk dat vuur zal ontwijken. Een verrassend optreden met eene groote hoeveelheid projectielen is dan een eerste vereischte. De vuuruitwerking moet zoo mogelijk kunnen worden waarge nomen; veilig gelegen en desnoods geblindeerde observatieposten Dl. II, 1890. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 380