- 365 van het werk onderhanden worden genomen. Het zware geschut zal tegen de bewapening en hare dekkingen, het snelvurende tegen de bezetting optreden, Is dit vuurgevecht afgespeeld, dan zal de landing beproefd worden, ondersteund en gedekt door het snelvurende geschut. Zoo mogelijk zal getracht worden de landing te ondernemen op een der flanken; in dit geval zal men daarmede kunnen beginnen, zoodra het uiterste fort tot zwijgen is gebracht. Wat de verdediging betreft dient te worden gezegd, dat eene lage ligging der forten, in dit geval, gelijk staat mot vernietiging. Liggen ze echter op voldoende hoogte boven den zeespiegel, dan zullen ze den aanvaller geruimen tijd kunnen ophouden en zal hun vuur zeer moei lijk tot zwijgen te brengen zijn. De verdediger zal verder hetzelfde geschut in 't vuur brengen als de aanvaller; en ook in dezelfde gevechtsperioden. In dit geval zal dus de uitslag van den strijd veel afhangen van het aantal vuur monden en van het juist en gelukkig treffen. Het optreden tegen de tweede soort havens zal geheel verschillend zijn. De voordeelen zijn hierbij aan de zijde van den verdediger. De aanvaller zal zijn geheele macht niet kunnen ontwikkelen, terwijl de schepen, welke het eerst in het gezicht komen, moeilijk (door het nauwe vaarwater) kunnen worden ondersteund. Het vuur der forten zal con ver geerend kunnen werken, en des te meer naarmate het vaarwater minder breed is. Het vuurgevecht op groote afstanden zal ook plaats hebben, doch van de zijde van den aanvaller zal meer moeten gelet worden op munitie besparing, omdat het ernstigste gedeelte van den strijd voor hem veel later komt. In dit geval zal, bij een vooraf goed georganiseerde verdediging, een stelsel van onderzeesche mijnen zijn toegepast, welke dus eerst door den aanvaller onschadelijk moeten worden gemaakt. De schepen zullen in colonne vooruitgaan; de voorste zullen dus het vuur der forten tot zich trekken en zich als het ware eenigszins opofferen. Zoolang de schepen niet langs zij der forten komen, blijft het zware geschut van die forten buiten werking; het zijn dan de lichtere vuur monden, welke het dek en het snelvurend geschut, dat de marsen onder

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 384