373
aan de Tjiliwong, om daarna in nagenoeg noordelijke richting het be
loop van dezen stroom te volgen; westwaarts boog zich de wal, na
nog +100 M. in die richting te zijn doorgetrokken, even zoo noord
waarts om een leidde hier naar de brug, die nog heden ten dage
de Oost- en Westzijde der kali besar met elkaar verbindtter plaatse
van die ombuiging liepen de beide fronten uit in een bolwerk (bas-
tion), „Hollandia" genaamd. Yan dergelijke bastions, hier en daar nog
al verschillend van vorm en blijkbaar dienende tot. enfileering van
het terrein voor den muur, bevonden zich 21 in de enceinte en 1,
„Middelpunt" geheeten, in het midden der plaats.
De brug over de stads buitengracht passeerende, kwam men door
de eertijds hiei aanwezige Nieuwpoort binnen de hoofdvestiging en
had men, daar waar nu de toko Schlieper gevonden wordt, het zoo
genaamde Binnen Hospitaal.
Eene poging om west- en noordwaarts den loop te volgen, dien de
buitenmuur hier eertijds had, is thans door de menigte bijbouwingen
niet meer mogelijk, zoodat men, om het verder verloop te kunnen nagaan,
niet beter doen kan, dan door de Binnen Nieuwpoort- en Javabank-
straat en over de hiervoren reeds vermelde brug over de kali besar te
begeven naar het Beursplein. Daar, waar thans de brug voert naar
Pinloe Ketjil, bevond zich de Diestpoort in den buitenmuur, die van
dit punt evenwijdig liep aan de ook thans nog aanwezige gracht,
welke in nagenoeg westelijke richting de kali besar met de kali
bahroe vereenigt. Ter plaatse van die vereeniging boog zich de
muur, na eerst het bastion „Zeelaudia" te hebben gevormd, noordwaarts
om en liep hier verder evenwijdig aan de laatstelijk genoemde rivier.
Op dit front bevond zich de Utrechtsche poort aan het einde van de
ook heden ten dage onder dien naam bekende Utrechtsche Straat.
Door den bouw van handelskantoren langs den grachtsboord op
het voormalige Zuiderfront is deze tegenwoordig niet meer over
zijn geheele lengte te bereiken; een soort poterne, op dit gedeelte
aanwezig, herinnert aan het bestaan van vestingwerken uit vroegere da
gen van de twee daarbij aangetroffen, in steen uitgehouwen inscriptiën
vertoont de eene het jaartal lt84 en is de andere onleesbaar gewor
den, alleen is daaruit nog te ontcijferen dat de Gouverneur-Generaal
Mr. Willem Arnold Anting met den bouw of de inwijding der poterne