374
bemoeienis heeft gehad. Eene aanschakeling van huizén met daarvoor ge
legen erven scheidt op het voormalige Westerfront den wandelaar van de
kali bahroe en belet hem derhalve ook hier om het juiste beloop van
den vervallen walgang na te gaan.
Hoe de vereeniging van het Wester- met het Noorderfront der
vesting eertijds plaats had, laat zich gemakkelijk afleiden uit het
ten deele nog staan gebleven gedeelte van den muur op laatstge
noemd front; het hier mede in stand gebleven bastion heette eertijds
„Zeeburg". Ter plaatse waar thans de Uitkijk wordt gevonden, van
welke inrichting de onderbouw nog duidelijk de sporen draagt van
een vestingwerk, trof men het bastion „Cuylenburg" aan. De vesting
muur boog zich van hier nog een weinig in zuidelijke richting om,
tot hij nagenoeg gelijk kwam met het aan den overkant van de kali
besar gelegen bastion „Parel" van het Kasteel. Bij het bastion Cuy
lenburg werd voorts nog de "Vierkantspoort gevonden.
Het Oosterfront, dat, zooals ik reeds vermeld heb, in nagenoeg
noordelijke richting het beloop volgde van de Tjiliwong, sloot bij het
thans nog bestaande bastion „Amsterdam" in noordwestelijke richting
aan het bastion „Robijn" van het Kasteel, hetgeen mogelijk was,
omdat het zuidelijk kanaal ter verbinding van Tjiliwong en kali
besar toenmaals nog niet bestond. Nabij de brug, die ook heden ten
dage naar den Autjoischen weg voert, vond men in dit front de
Rotterdamsche poort; het dicht hierbij gelegen kruithuis is een
overblijfsel uit vroegeren tijd.
Tot zoover voor wat betreft de hoofdvestiging.
Naarmate de bevolking in de ommelanden van Batavia in sterkte
toenam en de Compagnie door verkoop van land, voornamelijk aan
Europeanen, de noodzakelijkheid deed geboren worden om dezen tegen
mogelijke aanranding te beschermen, waren in die ommelanden op ver
schillende plaatsen versterkingen aangelegd, die echter over het geheel
niet veel verdedigingsvermogen bezaten, hetgeen zich gereedelijk laat
verklaren door de omstandigheid, dat zij hoofdzakelijk tegen den Inland-
schen vijand waren gericht. Zoo vond men, tegen het einde der vorige
eeuw, ten O. van Batavia de forten Antjol, Tandjong Poera op de
grens van Krawang, de Ketting, de Yijfhoek en Wilgenburg; ten W.
Angkee, de Fluit, de Qual en Tangerang; zuidwaarts de posten.