DE TRANSPORTDIENST BIJ HET ENOELSCH-INDISCH EN
HET NEDERLANDSCH-1NDISCH LEGER.
Vervolg van blz. 314.)
Brengt men dat alles in rekening dan is het, naar het mij voorkomt,
volstrekt niet gewaagd te beweren dat ook te Velde, evengoed als
elders, zelfs onder strenge tucht en goed beheer, de dwangarbeider
belangrijk minder werk presteert dan de vrije arbeider.
Maar al ware dit ook niet het geval en al moet aangenomen
dat de wettelijke of formeele bezwaren tegen het gebruik van dwang
arbeiders uit den weg worden geruimd en ook in dit opzicht een
regelmatige toestand ontstaat de werkkracht van een dwangarbeider
gelijkgesteld worden aan die van een vrijen koelie, dan nog verdient
deze de voorkeur, omdat tucht en orde alsdan gemakkelijker te hand
haven zijn en het verloop geringer is, maar bovenal omdat laatst
genoemde belangrijk goedkooper is. Bij benadering mag worden aan
genomen dat de buitengewone onkosten bij mobilisatie en te velde
ongeveer gelijk zullen zijn zoowel bij het gebruik van koelies als van
dwangarbeiders bij den trein, maar de dwangarbeider kost aan den
staat in normale omstandigheden minstens f 200 's jaars, terwijl
een vrije koelie zelfs bij een verbintenis voor een jaar hoogstens op
f 144 's jaars te staan komt en tot welke belangrijke verschillen dit
bij een eenigszins belangrijk sterktecijfer kan leiden, toonen de hier
boven gemaakte berekeningen ten duidelijkste aan.
De ondervinding, opgedaan met het zeer dure korps vrije* koelies
dat te Atjeh van 1875 tot 1881 bestaan heeft, is, zoo die al tot
andere resultaten leidt, nog geen bewijs tegen deze redeneering, want
het is genoeg bekend dat zelden grooter geldverspilling om er niet
meer van te zeggen heeft plaats gehad dan bij het beheer van dat
(1) J. A. Wiselius. T. v. N. I. als voren.
Dl. II, 1890.
25