388 - korps, of is het niet waar dat menigeen aan dat beheer een rustigen ouden dag te danken heeft? Maar hoe dat ook zij een ernstig onderzoek naar de financieele resultaten van het geheele beheer te Atjeh is noodig om ook in dat opzicht tot een besluit te gerakenop grond van al het aangevoerde blijf ik voorshands van meening dat dit onderzoek leiden zal tot de meening: geen dwangarbeiders meer, of althans niet in de eerste plaats, bij den trein. Hoe noodig het is hieromtrent tot klaarheid te komen, kan onder anderen blijken uit de treinorgauisatie, aangegeven in de beantwoording van de reeds meermalen bedoelde prijsvraag door den luitenant kolonel Brakel. Artikel 97 van het daarin gegeven ontwerp-organi- satie van het leger luidt nl In tijd van vrede zijn dwangarbeiders bij het leger ingedeeld als volgt: 4 voor elke Europeesche of Amboineesche compagnie infanterie. 2 elke Inlandsche compagnie infanterie. 3 elke gemengde compagnie bij de infanterie en genietroepen. 6 B de compagnie artillerie-werklieden. 9 elk eskadron. 9 elke veldbatterij. 10 v elke lichte veldbatterij. 1 elk detachement infanterie. 3 elk detachement cavalerie of artillerie. 4 eiken getrokken mortier bij de lichte veld batterij en. 1184 den geneeskundigen dienst. 600 ten behoeve der magazijnen onder militair beheer, terwijl elders (II punt LXXYI) wordt gezegd dat op de hoofdplaatsen van Java transport-compagnieën of depots moeten worden opgericht als reserve, in de eerste plaats dienende tot aanvulling der benoodigde koelies bij gelegenheid eener expeditie. Daargelaten het onvolledige van het ontwerp, waaraan een cijfer aantoonende de werkelijk bestaande behoefte als basis ont breekt, doet eene berekening zien dat in normale omstandigheden, ongerekend de reserve en de dwangarbeiders voor den geneeskun digen dienst ten behoeve waarvan reeds nu over 900 man voor het leger beschikt wordt 1378 dwangarbeiders voor de krijgs- -V

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 407