389 macht gevraagd worden en dat dus de kosten van het stelsel, zooals het daar ligt, niet minder dau f 275.600 'sjaars zouden bedragen, ongerekend de bezoldiging enz. van het opzichtvoerend personeel. Wel is waar zegt art. 98, dat de kosten van het beheer en dus van het geheele stelsel alleen op voet van oorlog ten laste van de be grooting van het departement van oorlog komen, maar dit is niet veel meer dan een economische ketterij en een ontwijken van het moeielijk- ste punthet is toch niet de zaak ten laste van welke begrooting de uitgaven komen maar wel wat de zaak aan den lande kost; die vraag moet worden opgelost, het overige is slechts een quaestie van vorm, en nu zal zelfs een oningewijde begrijpen dat een stelsel zonder verzekerde werking in oorlogstijddat in normale omstandigheden ongeveer 275.000 'sjaars kost, te duur en dus onaannemelijk is. Y. Het is intusschen niet voldoende om te betoogen dat een of ander ontwerp minder goed of aannemelijk ismen dient er wat anders voor in de plaats te geven en de uitvoerbaarheid er van aan te toonen. Ik wensch daartoe een poging in het werk stellen. Natuurlijk moet de quaestie in haar geheel overzien worden en mag dus bij een ontwerp-regeling eene eventueele verdediging tegen eenen buitenlandschen vijand niet uit het oog worden verlorenin hoofd zaak komt het daarbij echter aan op materieel en op eene goede voorbereiding; elk stelsel, voor meer normale omstandigheden ont worpen, is in dat geval ook in buitengewone omstandigheden bruik baar; ik zal mij daarom bepalen tot de behoefte van eene gewone expeditie naar een of ander gewest in onzen archipel ter sterkte van 3 bataljons infanterie, een batterij bergartillerie en de bijbehoorende detachementen van andere wapens en diensten. Op den voorgrond stellende dat om de aangevoerde redenen van het gebruik van dwangarbeiders bij den trein moet worden afgezien, moet er echter in de eerste plaats op gewezen worden, dat, tegelijk met de organisatie van den trein, het vraagstuk van den noodvoor raad, door den man mee te voeren, moet worden opgelost. Onder de verbeteringen, waaraan de infanterie in de eerste plaats

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 408