29
troller general of supply and transport.
Reeds spoedig na het einde van den oorlog, den 23en October
1880 nl., diende deze de luitenant-generaal Sir M. Kennedyzijn
rapport in, waarin uitvoerig verslag werd uitgebracht omtrent het
geen de ondervinding gedurende den oorlog geleerd had en ten slotte
voorstellen tot reorganisatie van den trein werden gedaan.
Yan de bestaande organisatie wordt in dat rapport gezegd, dat
zij nauwelijks dien naam verdiende, daarbij zoo slecht was dat na
genoeg alles bij het begin van den veldtocht opnieuw geregeld
moest worden en dat gedurende den oorlog de trein niet aan zijne
roeping heeft kunnen voldoen tengevolge van gebrek van voorbereiding
en een goede organisatie in vredestijd, het 'totaal gebrek aan geoefend
personeel (officieren en minderen) en den veel te uitgebreiden werk
kring en tengevolge daarvan overstelpende bezigheden van de weinige
beschikbare officieren. Een van de merkwaardigste gevolgen van
dat alles was o. a. een geldverspilling op groote schaal, waarover
men eenigszins een oordeel kan vellen, wanneer men overweegt, dat
gedurende den oorlog minstens 50.000 gehuurde kameelen zijn gestor
ven, waarvoor eene schadevergoeding van ongeveer 4 a 5.000.000
betaald is geworden.
Zoo ooit dan is gedurende dien oorlog o. m. op de meest afdoende
wijze aangetoond dat militaire operatiën zonder trein onmogelijk zijn
en^ het zenden van troepen te velde zonder behoorlijken trein niet
anders is als geld- en krachtverspilling. Zonder twijfel moet om finan-
cieele redenen de organisatie van den trein van dien aard zijn, dat zij
slechts een minimum van uitgaven noodig maakt, maar tevens moet
zij voldoen aan den eisch dat bij mobilisatie spoedig daaraan zoodanige
uitbreiding kan gegeven worden, dat in alle behoeften van het leger te
velde kan worden voorzien. In die uitbreiding legt het geheim van
de geheele quaestie.
Het voorstel in vorenbedoeld rapport tot reorganisatie en betere
regeling van den bestaanden toestand komt in korte woorden neer op
het ai2£lu#!a van de transportparken voor de mobiele colonnes en het
vervangen van deze door een troepentrein en een trein voor algemeene
diensten; de eerste inzonderheid voor korpsen langs de grenzen en
andere die in de eerste plaats voor mobilisatie in aanmerking komen.