- m -
artillerie voorkomen. Vooral bij het indirect richten gebeurt het
meermalen dat men naar de zijde van het doel letterlijk geen enkel
duidelijk gemarkeerd richtpunt heeft. Bovendien kan een hulpricht
punt naar de zijde van den vijand onzichtbaar worden gemaakt door
rook zoowel van de eigen als van de vijandelijke troepen, iets dat
bij het nemen van een hulprichtpunt achter de batterij niet het geval
zal zijn.
Nu kan men met de tegen woordige richtmiddelen wel achterwaarts
richtendoch dit gaat zeer gebrekkig en is erg vermoeiend. Het
kijken toch met het oog nabij de spits van de korrel is niet lang
vol te. houden. Bovendien is de opzet er niet op ingericht om als
vizierkorrel gebruikt te worden. "Voor hoogte-richting kan men dan
ook in 't geheel niet achterwaarts richten, doch dat is geen bezwaar,
daar men deze richting evengoed steeds met het quadrant kan ge
ven. Voor de zijdeliugsche richting is het dan 't beste om langs
een der zijkanten van het richtblokje te richten.
Voor eene vlugge en nauwkeurige achterwaartsche richting is het
echter noodig, dat de opzet als vizierkorrel en deze op haar beurt
als opzet kan dienen, zoo noodig met gebruik van richtlood en bakens.
Van alle denkbare richtwijzen is er dus slechts èéne volko
men en gemakkelijk uit te voeren en dat is de directe richting. Hoe
men er dus toe komt om in het Richtreglement allerlei methodes te
bespreken, waarop onze richtmiddelen niet zijn gebaseerd, mag als
een raadsel worden beschouwd. Een en ander is echter een gevolg
van de onbekendheid met het nog nieuw ingevoerde achterlaadgeschut,
en vooral ook van de omstandigheid dat men meest overal de bat
terijstellingen zoodanig kiest dat men direct kan richten. Zelden of
nooit ziet men bij het inschieten de vier laatste hierboven aangehaalde
gevallen beoefenen. Doch al deed men dat, dan zou daaruit niet
altijd kunnen blijken welke onnauwkeurigheden er telkens worden
begaan tengevolge van de ondoelmatige inrichting der richtmiddelen.
Gaan wij nu eens na hoe eigenlijk eene vizierkorrel moet zijn
ingericht, opdat men er nauwkeurig alle denkbare richtwijzen mede
zou kunnen beoefenen.
a. Voor het directe richten. Ofschoon deze wijze van richten
Dl. II, 1890. 26