423 Marschorde. Pioniers marcheeren met eene ruime uitrusting aan het hoofd. De artillerie marcheert achter de infanterie, opdat het geraas van hare voertuigen den marsch niet verrade; cavalerie, daarachter marcheerende, is veilig tegen de onberekenbare gevolgen eener paniek, waartoe een paard trots den ruiter aanleiding kan geven. Eenige cavalerie-patrouilles gaan bij nacht vooruit, tenzij men er op uit is om zelf verrassend op te treden. Veiligheidsmaatregelen. Een herkenningsteeken wordt te voren afgesproken; de geweren zijn en blijven ongeladen. Ten einde een paniek met al de daaraan verbonden heillooze gevolgen te vermijden, wordt vóór den afmarsch den troep op 't hart .gedrukt om op alles bedacht te zijn en om geen oogenblik den hoogen eisch van „tegen woordigheid van geest" uit het oog te verliezen. De krijgsgeschie denis leert dat de nietigste oorzaken de noodlottigste gevolgen kunnen hebben. Ontstaat onrust in de colonne, dan wordt snel naast den weg geknield in sectie-colonne, terwijl de verbindingspatrouille of een onderofficierspost verkent. Er wordt geen enkel schot gelost zonder voorafgaanden last van een officier. Is het gevaar gekeerd of het een loos alarm gebleken, dan vervolgt de colonne den weg; dien weg verlatende verdwaalt men, loopt men vast, vermeerderen zich de hinderpalen en wordt men hulpeloos overvallen. De frontbeveiliging geschiedt door eene verkennende en weerstand- biedende voorhoede; zij is voortdurend bedacht op hinderlagen en op rencontres. Een koelbloedig officier leidt de spitstegeu vijan delijke patrouilles wordt de bajonet en, zoo deze onvoldoende blijkt, salvovuur aangewend; steeds wordt snel gerapporteerd. Als re^el geldt, dat de 2° colonne niet aanstonds de le te hulp snelt want ophooping van menschen baat niet, maar schaadt maar dat zij eerst berichten afwacht en daarnaar handelt. De verkennende deelen moeten, als wij zelf verrassen willen, niet op verren afstaud onze komst verraden. Daarentegen alleen wakende tegen verrassing door den vijand, moeten onze verkenningspatrouilles den schok opnemen en dien niet mededeelen aan de colonne; derhalve moeten zij ver vooruitgaan. De beveiligende afdeelingen kunnen in hoofdzaak den weg niet verlaten, dus niet „en fourageur" voorwaarts gaan; reden te meer

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 442