431 De veldwacht wordt zonder verwijl beveiligd door eene barricade, verhakking, wolfskuilen, aangepunte balken, bamboe of andere lichte versperringendeze breken den stoot van een eventueelen aanval des vijands; in 't eigen belang der veldwacht moet hier een plank gelegd, daar een heg verwijderd worden; voor het nachtelijk vuur moeten lichtgevende schietgestellen worden aangebracht. Behalve de staande patrouilles zijn visiteer- en sluippatrouilles noodig. Er moet onafgebroken gepatrouilleerd worden. Visiteerpatrouilles dienen binnen de postenlinie tot controle op de posten en tot het doorzoeken van het terrein, dat niet door posten bezet is. Zij moeten omzichtig geleid worden en correct rapportee ren 2 of 3 visiteerpatrouilles van 2 man maken om beurten 3 of 2 rondgangen, de af te leggen weg is 1,5 KM. 3/4 uur minstens zij visiteeren tusschen de uren van aflossing, dus zijn 6 gangen noo dig, waarvan 1 bij avond en 5 's nachts. Een goed looper zonder ransel, behoorende tot het voorpostendetachement, onderhoudt de ge meenschap met dat detachement en met de nevenveidwachten. Sluippatrouilles worden op de hoofdwegen door de onderofficiers- posten en op zijwegen (men denke aan hinderlagen) door het voor postendetachement gegeven. Te vermijden is het beoefenen van „be richten omtrent den vijand inwinnen", „door zijne postenketen slui pen" en dergelijke; marschvoorposten onderstellen dat de vijand nog minstens 2 uren verwijderd is, hoogstens kan op 2 KM. afstand 's vijands opmarsch gesignaleerd worden. De sluippatrouilles moeten, gelijk gezegd is, zichzelf aankondigen bij de eigen posten, niet wach ten totdat zij aangeroepen worden. Een schildwacht heeft 's nachts alras den vinger aan den trekker. Is cavalerie beschikbaar, dan gaat zij op patrouille ver vooruit, op veiligen afstand gevolgd door infanteriepatrouilles. De commandant der voorpostencompagnie moet bereden zijn (1), want hij blijft voor opstelling en dienst van al de onderdeelen ver antwoordelijk. Hij moet een tactisch ervaren officier zijn, want hij moet den graad van gevechtsvaardigheid zoodanig weten te bepalen, dat de vijand de afdeeling steeds tot afweer bereid vindt. Draco- (1) Aanbeveling Verdient daartoe het in vredestijd bereden maken van 2 kapiteins per bataljon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 450