- 456
geslagen, wordt de leest wederom uitgenomen en de tusschenzool en
buitenzooi aaneengenaaid met behulp eener ,,aflap- of dubbel-
machine." Deze machine levert eveneens een kettingsteek. De
naad loopt langs de randen der zolen tot aan den voorkant van de
hak en komt, wat de buitenzooi aangaat, te liggen in eene daarin
vooraf ingesneden groef, welke aangebracht is met dezelfde machine
en op dezelfde wijze als zooeven werd aangegeven voor de tusschen
zool. Bij de buitenzoo! is de groef echter ingesneden in de nerf
zijde, omdat die zijde naar buiten is gekeerd, terwijl bij de tusschen
zool die insnijding in de vleeschzijde is aangebracht, omdat de nerf
zijde daarvan naar boven gekeerd is.
Na deze bevestiging, het „aflappeu", wordt de leest wederom in
gebracht, op een leestdrager geplaatst en door hameren de groef
goed gesloten. "Wijl net naaigaren goed gepekt is, wordt de groef
daardoor als 't ware dichtgeplakt.
Nu volgt het aanzetten van de hak. In sommige fabrieken ge
schiedt dit door achtereenvolgend de vijf stukken, waaruit de hak
bestaat, aan den schoen te spijkeren, terwijl in andere hakpersen in
gebruik zijn, waardoor in eens de vijf stukken bevestigd worden.
In dit laatste geval geschiedt dit door lange spijkers, die de hak
stukken doorboren, en tevens door de buiten- en tusschenzool en den
omgeslagen rand der contrefort gaan, tot in de binnenzool. Deze
zool mag echter niet doorboord worden, omdat anders de uitstekende
punten voetverwondingen zouden veroorzaken.
Na het aanbrengen van de hak wordt de buitenzooi gepolijst of,
zooals men 't noemt, „gelikt." De schoen wordt daarvoor, met de
leest er in, geplaatst in een machine, welke de bewerking verricht, die
anders uit de hand met behulp van een „likstok" plaats heeft.
De buitenzooi wordt daardoor geheel geëffend, krijgt juist den eenigs-
zins hoogronden vorm van de zool der leest en de groef wordt
nagenoeg onzichtbaar.
Thans behoort nog de hak en zoolrand „geschrooid" te worden,
d. w. z. het daaraan aanwezige overtollig leder moet worden
weggenomen. De schoen wordt daartoe met de hak en zoolrand
gevoerd langs snel in 't rond draaiende op schijven geplaatste mesjes,
vervolgens langs 'met fijn glas of schuurpapier voorziene draaiende