462 -
slaan, wanneer men dezen geregeld iedere maand hun traktement
kon afnemen, gezwegen nog van de moeielijkheden, waarin de staat
telkens door processen gewikkeld zou worden.
Het neemt echter niet weg, dat de schuldeischer hierdoor in zijn
natuurlijk recht is benadeeld en uit het Ned. Stbl. 1815, N°. 5 en
het Ind. Stbl. 1822, N°. 49 blijkt dan ook, dat korting kan worden
verleend op de bezoldigingen van civiele ambtenaren, omdat die be
zoldigingen niet in beslag kunnen worden genomen (Stbl. 1826, N°.
22 en 1853, IP. 70).
Het eenige juiste beginsel is dus, dat de Regeering korting ver-
leene op de traktementen van hare dienaren in compensatie van de
besnoeiing van het wettelijk recht van den schuldeischer, om beslag
te leggen op alle tegenwoordige en toekomstige goederen van den
schuldenaar.
Dit verleenen van korting is dus niet eene gunst, doch eene ad
ministratieve executie, waaraan de Regeering zich evenmin onttrek
ken kan, als een derde, onder wiens handen beslag wordt gelegd.
De eenige voorwaarde, die voor het verleenen der korting vereischt
wordt, is, dat het verzoek gedaan wordt in den vereischten vorm
en dat de schuld door den schuldenaar wordt erkend, dan wel door
rechterlijk vonnis wordt bewezen.
Waar bij Stbl. 1835 N°. 15 gesproken wordt van de bevoegdheid
om korting te verleenen of te weigeren, moet dit niet worden op
gevat, als eene vrijheidom naar eigen inzicht de korting al dan
niet toe te staan, maar als eene overdracht der macht, om te on
derzoeken en te beslissen, öf de voorwaarden aanwezig zijn, dan wel
ontbreken, waarop volgens de bepalingen korting moet worden
verleend.
Volgens bovenstaande beginselen kan eene eenmaal verleende kor
ting niet worden ingetrokken. Het is niet te ontkennen, dat eene
beslissing, in dezen zin genomen, somtijds niet is vrij te pleiten van
hardheid. Zoo leefde er in eenig deel van den archipel een bur
gerschrijver 4e klasse, die de onvoorzichtigheid had, zich borg te
stellen voor eene betrekkelijk groote som en het ongelukkig genoeg
trof, dat hij qua borg die som moest betalen, tengevolge waarvan
korting op zijn traktement werd verleend. Benigen tijd nadat die