463
korting was verleend, stierf zijne moeder en de schuldeischer liet
dadelijk beslag leggen op de zeer geringe erfenis.
In een request wees deze staatsdienaar er op, op welk eene on
gelukkige wijze hij door zijn goed vertrouwen reeds maanden lang
korting op zijn traktement had gehad, om te voldoen aan de borg
stelling, op het hardvochtige van zijn schuldeischer, die, door beslag
te leggen op de geringe erfenis, hem verplichtte van zijn klein trak
tement, minus de korting, nog bovendien de begrafeniskosten te be
talen, zoodat hij met vrouw en kinderen gebrek leed in den waren
zin van het woord, en verzocht hij ten slotte de verleende korting
in te trekken.
Terecht besliste het Legerbestuur in afwijzenden zin, want wil
men toegeven aan een gevoel van medelijden en in dat opzicht con
sequent blijven, dan zou de rechter bijna altijd het recht rot execu
tie moeten weigeren.
Yolgens artt. 1751 1760 Burgerlijk Wetboek is de rechter be
voegd in bijzondere omstandigheden eenig uitstel te verleenen.
Eveneens kan de Gouverneur-Generaal surséance van betaling of
reductie van korting voor een bepaalden tijd verleenen, doch deze
bevoegdheid heeft slechts betrekking op bijzondere gevallen bij de
wet voorzien, niet op eene eenvoudige intrekking der verleende kor
ting selon le bon plaisir du roi.
Een andere quaestie hiermede in verband staande, is het verlee
nen van korting op de traktementen van mindere militairen.
Art. 9 van het Reglement op den Garnizoensdienst; zegt:
„Klachten over mindere militairen wegens wanbetaling van schui
lden, aangegaan buiten voorkennis hunner chefs, worden door de
„militaire autoriteit niet aangenomen; de huizen der kredietgevers
„kunnen door den plaatselijken commandant verboden worden (sic
„Officieren mogen op openbare verkoopingen geen borg zijn voor
„mindere militairen''.
In het Burgerlijk Wetboek vindt men aangegeven:
1°. de vereischten, die gevorderd worden, om overeenkomsten
aan te gaan;
2°. de personen, welke onbekwaam zijn om overeenkomsten aan
te gaan