DE TRANSPORTTREIN BIJ HET EVGELSCH INDISCH EN HET NEDERLANDSCH-IND1SCH LEGER. Vervolg en slot van blz. 401.) Bij mobilisatie van eene brigade der aangenomen sterkte zijn vol gens de gemaakte berekeningen voor den troepentrein der infanterie noodig 318 koelies en voor de artillerie, cavalerie en de genie onge veer 130, in het geheel dus 450; de gemobiliseerde korpsen en af- deelingen worden aangevuld uit de andere korpsen en afdeelingen van hetzelfde wapen, in hetzelfde of een dichtbij gelegen garnizoen gele gerd, en de trein wordt op die wijze op voet van oorlog gebracht; zoo moet bijv. het 9® bataljon koelies ontvangen in de eerste plaats van de infanterietroepen te Weltevreden en Meester Cornelis; alle korpsen trekken dan te velde met een volledigen, goed georganiseer- den en geoefenden troepentrein en zijn daarmede geheel onafhankelijk. Onmiddellijk na mobilisatie voorzien de achterblijvende korpsen in het incompleet door nieuwe koelies aan te werven en deze op dezelfde wijze te oefenen; op die manier wordt als het ware eene onuitputtelijke reserve op de been gehouden, waaruit de troepentrein te velde zal kunnen worden aaugevuld met geschikte cn geoefende elementen; zeker een onschatbaar voordeel, dat met dwangarbeiders nimmer verkregen wordt, daar de reserve daarvan spoedig uitgeput is en men alsdan moet vervallen in een voortdurend heen en weer trekken van krachtelooze en ziekelijke individuen. Wanneer men in aanmerking neemt dat zelfs in vroeger jaren, met name tijdens de beide Bonische expeditiën, aanwerving van vrije koelies voor den trein om onmiddellijk te velde te trekken meerma len is gelukt, dat men voortdurend zoo gemakkelijk in de behoefte aan vrije Inlanders bij de hospitalen kan voorzien, dat op de begroo ting voor 1890 voor hen slechts een loon van f 0.29 daags wordt Dl. II, 1890. 30

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 500