491 koelies te vervangen door karren met trekossen, per sectie een capa citeit hebbende van 40.000 KG. Een sectie koelies blijft altijd noodig voor het ontschepen, het op- en afladen en het werk in de tijdelijke magazijnen en depots. Ten einde in geval van nood uit het leger te kunnen voorzien in de behoefte aan kader voor den trein te velde en ook om de geschiktheid voor den transportdienst meer in het leger te versprei den, worden jaarlijks van eenige korpsen in de nabijheid van het garnizoen van den transporttrein Amboneesche en Inlandsche kor poraals bjj de compagnie transporttrein gedetacheerd; deze worden dan te velde bij voorkeur belast met het toezicht op den troepentreiu. Evenmin als voor den troepentrein of de drager-afdeelingen is voor de compagnie transporttrein, behalve het kader, eene op militairen voet geschoeide organisatie van het verdere personeel noodig; drijvers en koelies worden aangeworven in denzelfden geest als de Inlanders van den troepentrein en van de drager-afdeelingen bij mobilisatie ont vangen zij twee stellen kleeding en eeu onderscheidingsteeken. Op die wijze worden de kosten tot een minimum teruggebracht en zullen deze behalve de jaarlijksche onderhoudkosten zich in hoofdzaak be palen tot die voor stallen, loodsen, werkplaatsen en eenige woningen met bijbehoorend terrein, een en ander voornamelijk met eigen per soneel en middelen tot stand te brengen evenals de kampementen voor de Inlandsche korpsen en den trein van het Britsch-Indische leger. Bij veldoefeningen en manoeuvres wordt zooveel mogelijk een gedeelte van de compagnie transporttrein aan de ageerende troepenmacht toe gevoegd zoowel tot oefening van den troep als van het treinpersoneel. Zeer waarschijnlijk bestaat voor de compagnie transporttrein in het garnizoen voldoende gelegenheid om door het personeel en de overige transportmiddelen bij voorkomende geleg'enheden nuttige werk zaamheden te doen verrichten, waarvoor gelden zijn beschikbaar ge steld; er mag echter geen sprake zijn van eene vaste tewerkstelling- in magazijnen of andere militaire inrichtingen, daar dit niet is over een te brengen met den werkkring van den trein, 'de oefening en de voorbereiding voor den oorW. Het zal wel onnoodig zijn te waarschuwen tegen verdere proef nemingen met ezels, kameelen en lama's 5 de kans, dat andermaal 0 o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 512