494 tegenwoordig de detacheering van officieren van het Nederlandsche bij het Indische leger en omgekeerd geregeld is en geschiedt, leidt tot buitensporige uitgaven ten voordeele en in het belang van enkelen zonder nut voor den dienst; zonder eenig bezwaar ware op dat hoofd jaarlijks een bedrag van f 40.000 a f 50.000 te bezuinigen. Meer en meer wordt van volkomen bevoegde en gezaghebbende zijde gewezen op de noodzakelijkheid om reeds in tijd van vrede een trans porttrein voor het leger te organiseeren. Met klem is door de com missie van beoordeeling der antwoorden op de door de vereenigirig tot beoefening der krijgswetenschap uitgeschreven prijsvraag betreffende de organisatie van het Indische leger op de bestaande leemte gewezen en van goed ingelichte zijde wordt beweerd, dat ook in het rapport over de in 1888 in de 2e militaire afdeeling op Java gehouden groote manoeuvres op de noodzakelijke aanvulling dier leemte is aangedrongen. Wanneer tengevolge van al dien aandrang de zaak eindelijk ter hand wordt genomen, dan moge in den inhoud van dit opstel een leidraad worden gevonden, die tot de oplossing van het vraagstuk kan voeren; ik vertrouw daarin duidelijk te hebben aangetoond, langs welken weg het doel op de beste en goedkoopste wijze kan bereikt worden. 's Hoge, November 1889. E. K. A. de Neve. NASCHRIFT. Als toelichting op de op bl. 303, 10e aflevering van den loopen den jaargang, gedane mededeeliog omtrent den aankoop van ezels, kameelen en lama's kan nog het volgende dienen. Omtrent de met kameelen en ezels genomen proeven wordt in het Koloniaal Verslag van 1853 het volgende vermeld: „Invoer van kameelen. In het jaar 1841 zijn, op last van het Opperbestuur, te Teneriffe aangekocht en naar Java verzonden 40 kameelen, ten einde eene proef te nemen, of die dieren op Java konden worden gebezigd voor het transportwezen en of zij aldaar konden aarden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 515