536
zelfde gat zullen gaan. Immers, dit moet men afleiden uit de voor
stelling, in de 3e alinea van blz. 503 gegeven? Ik geloof niet, dat
het noodig is te verzekeren, dat ik bedoeld heb het treffen van een
bepaald punt zooveel als de spreiding toelaat, m. a. w. het treffen
van de spreidingsfiguuris echter die verzekering wel noodig, dan
verwijs ik naar de vierdè alinea blz. 114 aflevering N°. 2, waar ge
schreven staat: „dau kan hij, zoover de trefkans toelaat, steeds
„ongeveer het punt treffen, waarop hij gericht is." Het is opmer
kelijk dat de Heer Rink juist bij die woorden een zijner citaten (blz.
502) heeft doen eindigen en nog opmerkelijker, dat hij op blz. 499
zelf de fout begaat mij ten onrechte ten laste gelegd door te
schrijven: „bij eene consequent doorgevoerde richtmethode op het
„midden verlangt men van den schutter, dat hij zijn treffer zoo dicht
mogelijk bij dat midden in het doel brengt", zoo dicht mogelijk bij
een bepaald punt dus. Men kan dat niet verlangenmen kan slechts
verlangen, dat het aantal treffers in de totaal-spreidingsfiguren zoo
groot mogelijk zij. Men ziet het, men moet niet te veel op woorden
letten, maar onbekrompen heenstappen over blijkbaar taalkundige
gebreken, opdat niet het spreekwoord van splinter en balk op ons
van toepassing worde.
De schrijver zegt op blz. 503 (3e alinea) verder: „intusschen
„streeft de man er naar" (naar het treffen van dat bepaalde punt)
„door zijn mikpunt te wijzigen, door het te regelen naar de
„afwijkingen, die hij bij zijne opvolgende schoten opmerkt." Neen,
dat mag volstrekt nietde man streeft er alleen naar om met
standvastig richtpunt op het midden, steeds betere resultaten te ver
werven, d. w. z. steeds een grooter °/0 treffers in de totaal-sprei
dingsfiguren te verkrijgen, m. a. w. steeds de oorzaken te vermin
deren, die hem bij het aanleggen en aftrekken verhinderen het li
chaam in volkomen rust te houden, steeds ook nauwkeuriger te rich
ten, dus alles te zamen, voortdurend beter juistheidsschutter te wor
den. Die oefeningen, welke, zooals ik voorstelde, op de vizierschots-
afstanden moeten plaats hebben, behooren, waar het geldt juistheids-
schutters te kweeken, natuurlijk tot de laagste klasse en op de cir
kelschijf te worden uitgevoerd.
Ook hetgeen de Heer Rink in de vierde alinea van blz. 503 zegt