541 voortvloeiende 4e voordeel; dat 4° voordeel als gevolg van het 2e be staat werkelijk, doch alleen voor den Europeeschen oorlogin den Indischen krijg hebben de bestreken ruimten, het zij nogmaals her haald, geene waarde. Wat mij betreft, ik geloof, dat hetgeen punt 7 inhoudt zich eer keert tegen de richting op den voet dan tegen die op het midden. Over het algemeen zal de werkelijk richtende schutter niet aftrek ken, als hij het doel niet ziet; bij de richting op het midden brengt het kleinste boogje van de tromp opwaarts zijn vizierlijn boven het doelhij ziet dit dus niet meer en trekt niet af, maar verbetert eerst zijne richting; bij de richting op den voet daarentegen wordt met datzelfde boogje het doel nog niet aan zijn langs de vizierlijn rich tend oog onttrokken en de kans is grooter, dat hij met zijne rich- tiug tevreden is en aftrekt; bij de richting op den voet bestaat dus meer dan bij de richting op het midden kans, dat door de fout sub 7 het schot boven het bijbehoorende theoretische gemiddelde trefpunt valt. Het 8e voordeel is reeds besproken in aflevering 2. Over het 9e nog dit: Hoe weet men, dat de soldaat in de hitte van den strijd geneigd is te veel korrel te nemen, d. w. z. te richten met te veel korrel? Dit is immers niet te bewijzen? Men heeft het afgeleid uit het feit, dat op veel te grooten afstand geweerkogels zijn gevouden of door geweervuur schade is aangericht, doch zijn dit niet de kogels van dezelfde soort geheel buiten westen verkee- rende schutters, wier vroegere tromplaadgeweren met verscheidene patronen geladen gevonden werden en die, zoo zij nog vuren, dat doen zonder in den aanslag te komen, althans zonder te richten, derhalve ook zonder korrel en dus te veel korrel te nemen Aan het einde gekomen, wensch ik niet schromende in herha ling te vervallen nog enkele zaken te bespreken 1°. Het salvovuur heeft in den Indischen oorlog weinig waarde; tegenover den in bentings opgestelden vijand heeft het bijna geen uitwerking; het levert ongewenschte vuurpauzen, waarvan de vijand een voordeelig gebruik kan maken; de regelmatig terugkeerende knallen en in sommige gevallen zelfs de commando's doen hem het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 562