542 juiste oogenblik kennen, om achter zijne borstweringen weg te duiken. Ook bij klewangaanvallen en bij 's vijands vlucht na afloop van het gevecht acht ik de gelegenheid om salvovuur te geven niet groot; klewangaanvallen worden slechts gedaan over zeer kleine afstanden en plotseliugen bij 's vijands vlucht na afloop van het gevecht is de eigen troep gewoonlijk te veel uiteengerukt, om geregeld salvo- vuur te kunnen geven. Het salvovuur is beter in de hand; doch wat beteekent dit, als het geen uitwerking heeft? de troep blijft nog beter in de hand, als niet wordt gevuurd. Waar het salvovuur bij ons te velde tegen versterkingen veel toegepast wordt, kan men aan nemen, dat de geoefendheid en leiding van het tirailleurvuur te wen- schen overlaten, of wel, dat aangaande de betrekkelijke waarde van salvo- en tirailleurvuur geen goede denkbeelden heerschen, iets, wat bij ons reglement, dat met zijne vele salvo-oefeningen dienaangaande allicht op een dwaalspoor leidt, niet te verwonderen is. Het salvovuur moet dus weinig beoefend worden, maar 2°. de beoefening van het zoo te noemen zelfstandig individueel tirail leurvuur met toepassing van het juistheidsschot vereischt alle zorg. De opleiding moet evengoed (en niet het minst) individueel als gezamenlijk geschieden. Men geve den man werktuigelijk onderricht in het maken van sprongen van 50 M. en het na iederen sprong een deelstreep verplaatsen van de vizierklepmen eische de grootste stilte en de strengste exercitie- en vuurdiscipline. Ook oefene men den man grondig in het schatten van kleine afstanden. Onder zulke voorwaarden acht ik de beide schietregelsrichten op het midden altijd en verplaatsen van de vizierklep een deelstreep na iederen sprong, voldoende. De omstandigheid, dat tot betere dekking de sprongen somwijlen iets kleiner of grooter moeten zijn, doet weinig ter zake; op eigen initiatief of wel op commando kan de schutter den stand van de vizierklep, wanneer noodig, verbeteren. Mocht men vreezen, dat de individueele opleiding in het tirail leurvuur te veel tijd vereischt, ik geloof, dat door kleine wij zigingen in het aanwijzen der schoten bij de Yeltmansinrichting veel tijd gewonnen kan worden; de beelden op de aanwijsschijfkun nen op eene zijde worden aangebracht en den schutter kan men zijne schoten achtereen doen afgeven op dezelfde schijf, die daarna, om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 563