546 Niet altijd echter zijn de officieren in de gelegenheid zulke oefeningen in geaccidenteerd terrein te houden, maar dan bestaan er hulpmiddelen, die dat gemis eenigszins vergoeden, en waarop ik later terugkom. Achtereenvolgens zal ik behandelen, wat men door het lezen van de kaart verstaat, eenige wenken geven ten dienste van hen, die zich daarin moeten oefenen en eindelijk de aandacht vestigen op eene oefening, waarbij men steeds gedwongen is zich een begrip van den terreinvorm te maken, en waarbij dus het lezen van kaarten mede toepassing vindt. Het lezen van kaarten. Op gevaar af, dat men het geheel over bodig zal vinden, dat ik hier eene definitie geef van iets, waarvan natuurlijk ieder officier zich een idee heeft kunnen vormen, zoo meen ik toch daartoe te moeten overgaan, al was het maar om het noodige verband in mijn opstel te houden. Buitendien heb ik wel eens den indruk gekregen, dat men onder het lezen van kaarten alleen verstaat het opnoemen van alle topo- graphische teekens, welke er op voorkomen, en als werkelijk die opvatting bij sommige officieren bestaat, dan is het nuttig er nog iets van te zeggen. Onder het lezen van kaarten moet men, behalve het begrijpen dei- op de kaart voorkomende conventioneele teekens, ook verstaan de vaardigheid om zich het terrein, zooals het door de hoogtelijnen wordt voorgesteld, en relief voor den geest te halen. Men begrijpe mij goed. Ik verlang niet dat de officier elke hem voorgelegde kaart in de kleinste details ontleedt, dat kan hij gerust overlaten aan opnemers van professie, maar elk officier moet zich kunnen voorstellen hoe of de hoofdvorm van het daarop voorge stelde terrein is. De commandant eener troepenmacht, die eene stelling wil bezetten of tegenover die des vijands staat, de commandanten van verken ningsdetachementen en -patrouilles, hij, aan wien eene tactische verkenning is opgedragen, de art.-officier, die den commandant eener colonne ter zijde moet staan in het kiezen der door de artillerie in te nemen stelling, de cav.-officier, die eene officierspatrouille moet rijden, al deze personen moeten het terrein en de kaart vlug kunnen ver gelijken, dus in de eerste plaats de kaart goed kunnen lezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 567