549 De kaart wordt hier georiënteerd, d. w. z. de lijn N.Z. op de kaart wordt evenwijdig aan en in dezelfde richting als die op het terrein gebracht. Daar de bovenkant van de topographische kaarten tevens de noordkant is en de noordlijn op het terrein wordt aangegeven door de magneetnaald van het kompas, zoo heeft men het kompas maar op de kaart te leggen, en deze zoolang te draaien, totdat de noordlijn op de kaart evenwijdig en in dezelfde richting loopt als de magneetnaald. Voor dit oriënteeren is het kompas niet bepaald noodig, ik kom daar aanstonds nog op terug. Heeft men de kaart aldus in de richting van het terrein gelegd, dan tracht men eerst met dichtbij, later met verder afgelegen voorwerpen alles wat men op de kaart ziet, op het terrein terug te vinden. Dit gaat natuurlijk gemakkelijker met voorwerpen of ge deelten, welk een sterk sprekenden vorm hebben, zooals sommige toppen, dan met voorwerpen, welke tusschen een aantal andere van dezelfde soort gelegen zijn, zooals kampongs. Wilde men nu elk voorwerp dat de kaart aangeeft op het terrein zoeken, alleen door het te bepalen met behuïp en ten opzichte van het punt, waar men zich bevindt, dan zou men zich veel moeite voor niets veroorzaken en niet spoedig vorderen, want men zou daarbij afstanden moeten gaan schatten, en in geaccidenteerd terrein geeft dat werk weinig satisfactie, terwijl in iedere soort terrein het ver krijgen van vaardigheid daarinalthans wat groote afstanden betreft voor de meeste beoefenaars eene illusie zal blijken. Trouwens een ieder, al is hij ook beginner in het vergelijken van terrein en kaart, voelt aanstonds dat hij steun moet zoeken bij andere op het terrein reeds gevonden voorwerpen, en dat is dan ook het aangewezen hulpmiddel; van zelf spreekt het dus, dat men eerst de plaats der voorwerpen bepaalt, waarover men niet in twijfel be hoeft te verkeeren de dichtbijgelegen en op die wijze het werk voortzet. Om een enkel voorbeeld te geven van het nut van dit hulpmiddel, behoef ik er slechts op te wijzen, dat de in of in het verlengde van de lijn, welke het standpunt met een reeds gevonden voorwerp vereenigt, liggende voorwerpen op de kaart evenzoo en in dezelfde volgorde op het terrein te vinden zijn, wanneer men langs de bedoelde lijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 570