558 gebeurtenissen op 6 en 22 Augustus 1890 bevestigen de waarheid, in het eerste gedeelte van dit citaat vermeld, en het tweede gedeelte daarvan kan ten overvloede den langzamen voortgang verklaren van eene in een bergland strijdende krijgsmacht. Door, gelijk ik in bovenstaande regelen deed, alleen het oog te doen vallen op het eerste gedeelte van dé Zuid-Flores-expeditie, wil ik niet geacht worden in minder gunstigen zin te oordeelen over het verdere verloop van dien krijgstochtdat ligt geenszins in mijne be doeling. Met de aandacht te vestigen op den eersten bevelhebber dier expeditie en op de wijze, waarop hij haar heeft aangevangen en voorgezet, hoop ik echter te hebben aangetoond, dat Yan Baarda's naam en hetgeen hij volbracht, verre buiten het trefvermogen liggen van het invectief Flores-schandaal, uit 's lands vergaderzaal tot ons gekomen. De vergeefsche tocht zal daarom toch nog niet nutteloos zijn ge weest, teekende ik hooger aan. Of zou men meenen dat er geen leering is te putten uit een methodisch gevoerden strijd tegen een wel niet hardnekkigen, maar daarom toch nog lang niet te minachten vijand? Zal de geschiedenis van de Zuid-Flores-expeditie dan ook verder niet kunnen strekken om, beter dan het tot heden mocht gelukken, in het wapen het besef levendig te maken, dat ons gevechtsvoorschrift zich niet leenen mag tot letterknechterij Dat er voor onze infanterie nog gevechtsvelden zijn weggelegd, waar het niet mogelijk is een linie van gesloten groepen te formeeerenachterwaarts hiervan en juist 20 passen naar buiten de soutiens te plaatsen en de reserve ook weder precies achter het midden van het geheel op te stellen Zal die expeditie eindelijk tot de overtuiging mogen leiden, dat die aangegeven gevechtsformatiën niet meer zijn dan voorbeelden; hare beoefening middel maar geen doel; dat het beter is een gevechts oogmerk te bereiken met naar het gezond verstand gewijzigde for- matiën, dau met de kous op het hoofd terug te komen, doch zich te mogen beroemen op het onloochenbare feit, dat men precies model gehandeld heeft, als streden wij onder de leus Vivent les pri?icipes, périssemen vuile zelf verder aan?!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 579