54 en wordt vóór de teraardebestelling te midden van de familieleden lijk dienst gehouden. Het strijdt met. de begrippen van den Mohame- daanschen godsdienst, lijken op het slagveld achter te laten, en het wordt der betrokken familie als eene schande toegerekend, wanneer zulks plaats heeft. De "strijd wordt dikwijls zoolang volgehouden, totdat de dooden vervoerd zijn. Vandaar, dat wij zoo moeielijk de geleden verliezen van den vijand kunnen nagaan. Vindt men dooden, dan is het zeker, dat er groote wanorde bij hem geheerscht heeft en hem groote verliezen zijn toegebracht. Er is geen tijd bepaald, hoelang de strijdenden onder de wa penen moeten blijven. In den regel blijven zij bijeen tot hun voor raad levensmiddelen is uitgeput. Kunnen zij dien niet door stroop tochten aanvullen, dan keeren zij huiswaarts, voorzien zich opnieuw van leeftocht en gaan naar het tooneel van den oorlog terug. Ook wor den zij bij zulk eene gelegenheid veelal door andere strijders vervangen. Doordat ieder man in zijn eigen onderhoud moet voorzien, is het aanleggen van magazijnen en voorraadschuren overbodig en transport dienst met zijnen nasleep van honderde personen onnoodig, zoodat de Inlandsche vijand in dit opzicht bij ons zeer in het voordeel is. Daarbij heeft hij weinig behoeften en kan hij zonder be zwaar van rijst en een weinig zout bestaanja, hij kan deze arti kelen zelfs dagen ontberen en zich met eenige vruchten of met boomwortels vergenoegen. De strijdmacht van den lulandschen vijand is niet georganiseerd de mindereD volgen slechts hunne hoofden en van eene geregelde indeeling is geen sprake. Tengevolge van de voordeelen, door Dipo Negoro in het laatst van 1826 behaald, wilde hij zijne macht op geregelde wijze indeelen Hij formeerde verschillende afdeelingen onder bevel van door hem aangewezen hoofden, zoodat als het ware legerafdeelingen ontstonden, elk bestaande uit 150—500 man. Op die wijze verkreeg hij 14 benden, eene gezamenlijke krijgsmacht uitmakende van ongeveer 5000 man. De dapperste mannen werden hierbij ingedeeld. De verschillende korpsen hadden ook hunne bijzondere kleeding, vaandels en andere onderscheidingsteekenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 65