55 De hoofden werden niet alleen gekozen uit den hoogen adel, doch Dipo Negoro benoemde tevens iedereen tot aanvoerder, die door dapperheid, onverschrokkenheid en verstand uitmuntte. De laagst geboren Javaan kon hoofd worden van eene bende. Ieder bevelhebber kreeg eene acte, welke hem in het bezit stelde van eene uitgestrektheid gronds, en kon over al de inkomsten en de bewoners daarvan beschikken. De aanvulling der strijders geschiedde door vrijwilligers, terwijl de Javanen, die aan den werkelijken dienst geen deel namen, eene belasting betalen moesten. De opbrengst der landerijen werd besteed tot bezoldiging der troepen, tot aankoop van oorlogsbehoeften, kleeding en andere voor werpen, terwijl het overblijvende in de schatkist van Dipo Negoro gestort werd. Het nut inziende van eene cavalerie, wilde hij ook beproeven, zulk een wapen te organiseeren, maar hoewel het hem gelukte eene ruiterschaar bijeen te brengen, schijnt hij er van overtuigd geworden te zijn, dat deze niet tegen de onze was opgewassen, zoodat hij haar dan ook nimmer tegenover ons heeft gesteld. De Goesti Djilantiek, rijksbestierder van Bleling, die in 1848 en 1849 de ziel der verdediging was, had een vrij talrijk en met lansen gewapend korps scherpschutters opgericht. Hij had ook twintig gedeserteerde soldaten van het Nederlandsch- Indische leger in zijn dienst, wien het onderhoud der wapenen en het oefenen in den wapenhandel was opgedragen van een korps van geweren voorziene Baliërs. In 1850 hadden de Chineezen te Montrado de blauwe vlag gehe- schen ten teeken eener algemeene wapening. Binnen weinige maanden bestond hunne macht uit 7000 strijders óf Lian-t'ongs, die behoorlijk georganiseerd, goed bewapend en geoefend waren en geregeld bezol digd werden. De Lian-fongs waren verdeeld in Khie's, vaandels oi compagnieën van 80, terwijl aan het hoofd van elke Khie een Tjong-Saai (aan voerder) stond. De verstrekking van vivres en buskruit geschiedde door uitsluitend tot dien dienst bestemde administrateurs, die geleid en gecontroleerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 66