139
gegeven tot verspilling van geld en menschenlevens op groote schaal.
Bovendien toonde zij aan dat de tot nog toe voor den trein gedane
jaarlijltsche uitgaven geen maatstaf van vergelijking konden zijn, omdat
men daarmede geenszins gewaarborgd was tegen belangrijke uitgaven,
door het organiseeren van den trein bij het uitbreken van den oorlog
teweeggebracht, die vroeger als het ware verspild werden maar bij de
ontworpen regeling binnen redelijke grenzen teruggebracht en tevens
nuttig besteed zouden worden. Een en ander had dan ook het gunstige
gevolg, dat in de maand October van hetzelfde jaar het voorstel
volledig goedgekeurd in Indië werd terugontvangen en met de uit
voering van de regeling op den ontworpen voet kon worden aange
vangen. (1)
Het is dus volgens den inhoud van dat voorstel dat thans de
transporttrein van het Britsch-Indisch leger georganiseerd, samenge
steld en in werking is, met dit onderscheid nochtans dat nader
in 1885 op voorstel der regeering is bepaald dat, ter verkrijging
van een afdoend algemeen toezicht en van eenvormigheid in stelsel
en uitrusting, het geheele transportwezen zal staan onder den chef
van het transportwezen bij de afdeeling Intendance van het depar
tement van oorlog in Britsch-Indië en de officieren, behoorende tot
dien tak van dienst, overal in Indië kunnen gebruikt worden in
plaats van, zooals aanvankelijk de bedoeling was, alleen in de legers,
waartoe zij administratief behooren. Evenals reeds vroeger met den
dienst van het materieel het geval was, is dus ook sedert dien tijd de
transportdienst voor geheel Indië gelijk.
Dat voorstel bevat derhalve alle gegevens, welke een volledig over
zicht van de thans in werking zijnde organisatie en regeling van
(1) De groote hoeveelheid treindieren en transportmiddelen, welke na het einde
van den oorlog in Afganistan aanwezig waren, had men intusschen langzamerhand
van de hand gezet en met hetgeen daarvan was overgebleven, was men begonnen te
werken in de richting, die door de ondervinding als proefhoudond was aangewezen,
met dat gevolg dat de treinuitrusting der divisie van het Engelsch-Indisck leger, welke
aan de operatiën in Egypte in de laatste helft van het jaar 1882 heeft deelgenomen,
zoo volledig was en zoo goed gewerkt heeft, dat die trein niet alleen steeds aan de
eischen voldaan heeft, maar ook belangrijke diensten heeft bewezen aan het gedeelte
der troepenmacht, uit Engeland derwaarts gezonden, welks trein in den beginne geheel
onvoldoende was,