ONZE INLANDSCHE YIJAND. Vervolg van bis. 64.) Ten einde te onderzoeken, wat de onlusten te beteekenen hadden, die in de Benedenlanden van Sumatra's Westkust waren uitgebroken, werd de luitenant Creemer den 10en Januari 1827 met een deta chement uit de Bovenlanden afgezonden. Te Kajoetanam gekomen, kwam hem een panghoeloe te gemoet, de verzekering gevende, dat de bevolking welgezind was. Te gelijker tijd echter kwam de trou- welooze vijand, die zich in de bosschen verscholen had, te voorschijn en viel het detachement aan. Met een verlies van 4 man was de luitenant Creemer genoodzaakt tot den terugtocht, die in goede orde volbracht werd. Dienzelfden dag werd de luitenant Bergman te Singo-Sari over vallen. Zijne manschappen sloegen lafhartig op de vlucht en hij zelve benevens een Inlandsch luitenant, die hem vergezelde, verloren het leven. Tijdens de onlusten in de Ampatlawang districten poogde de vijand in 1851 een detachement onder bevel van den kapitein Yan Oijen te Skajoe te overvallen. Het was' 's middags 2 uur. De vijand werd echter bijtijds ontdekt en de commandant liet in alle stilte maatregelen nemen om hem goed te ontvangen. Toen hij in de nabijheid was gekomen, werd eensklaps door onze troepen het geweervuur geopend, waardoor terstond verwarring bij hem ontstond. In plaats van ons te overvallen, deden wij het hem. Het hoofd van Skajoe en de inwoners hadden al dadelijk onder het geschreeuw van amok de party van den vijand gekozen. Er werd met groote woede gestreden en juist op het oogenblik, dat de oproerlingen de vlucht wilden nemen, kwam hun eene met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1890 | | pagina 334