89 Wel is waar is eene commissie in Nederland aan de herziening der Indische Strafwetboeken ijverig bezig, doch haar arbeid zal, naar het zich laat aanzien, niet spoedig geheel gereed zijn, terwijl de door die commissie gemaakte ontwerpen, alvorens tot wet te worden verheven, ook nog door de Indische Regeering zullen moeten worden onderzocht. Dat de invoe ring der nieuwe Wetboeken van Strafrecht voor Europeanen en Inlanders in Indië nog niet zoo heel spoedig verwacht mag worden, blijkt m. i. ook uit het feit dat Mr. Lion, secretaris der ovengenoemde commissie, ons, eenige weken geleden, eene nieuwe, uitgave van „algemeene verordeningen voor Nederlandsch-Indië" bezorgde, waaronder ook opgenomen zijn de thans vigeerende strafwetboeken voor Europeanen en Inlanders in Neder landsch-Indië. Eerst na de invoering van de nieuwe strafwetboeken van het gemeene recht in Indië zal er sprake kunnen zijn van het geschikt maken voor Indië van het door Mr. Yan der Hoeven samengesteld concept militair strafwetboek, zoo dit in Nederland tot wet mocht worden verheven. Uit den aard der zaak zal de invoering eener nieuwe militaire strafwetgeving in Indië dus nog jaren op zich doen wachten. Tot staving dezer bewering diene ook dat nog kort geleden in het bestaand Crimineel Wetboek door Z. M. den Koning belangrijke wijzigin gen zijn gebracht (Stbl. 1890 No. 58), welke met het concept van Mr. Van der Hoeven volstrekt niet overeenkomen en zeker zouden zijn achterwege gebleven als eene algeheele herziening spoedig aanstaande ware. Daarom late niemand zich afschrikken om zich een exemplaar van het door mij in deze regelen aangekondigde en aanbevolen werk aan te schaf fen; het zal nog lang en ook na de invoering eener nieuwe militaire strafwetgeving in Indië zijn practisch nut behouden; ik ben er van ver zekerd dat niemand berouw zal gevoelen over den aankoop van Barré's werk. Dat het eene goede ontvangst moge vinden en den grooten aftrek, wel ke het zoo ruimschoots verdient, wensch ik den schrijver en de uitgevers van harte toe! Willem I, December 1890. Mr. Van Slihgelandt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 100