EENE NEDERLAAG EN EENE OVERWINNING VAN HET ENGELSCHE LEGER IN ZELELAND. Eene krijgsgeschiedkundige studie door E. K. A. de Neye. II. Voorbereiding van den oorlog. Met plaat I.) {Vervolg van blz. 25.) Zoo spoedig de nieuwe commandant der Britsche strijdkrachten in Zuid-Afrika zich op de hoogte van den toestand had gesteld, begaf hij zich naar Natal om van daaruit de noodige maatregelen te kunnen nemen en de noodige voorstellen te doen; van af de eerste dagen van Augustus was het hoofdkwartier van lord Chelmsford dan ook te Pietermaritzburgden zetel van het bestuur van Natal. Alles wijst er op dat toen reeds geruïmen tijd, ook in overleg met den gouverneur der Kaapkolonie, tot den oorlog besloten was; een goede politiek brengt echter in dergelijke gevallen mede, de ware redenen daarvoor niet te onthullen, maar het zoover te brengen dat de aanvaller schijnbaar bok het recht aan zijne zijde heeft; zoo ook hier. Het ontzeggen van het verder verblijf in Zululand aan de zendelingen en het oplichten in Natal van een tweetal gevluchte Zulu's door eene kleine bende onder aanvoering van twee zoons van een Zuluhoofd, waren feiten zooals meer waren voorgekomen en waarvoor steeds eene schikking gevonden was; nu echter werd daar aan eene groote waarde gehecht; ook het eenigen tijd gevangen hou den van een opnemer, die op den rechteroever der Tugela werkte en het bedreigen van eenige Europeanen op de Transvaalsche grens in do maand September werden feiten genoemd, gelijkstaande met majesteitsschennis, alles om toch. vooral de noodzakelijkheid van een eindelijke afrekening te doen uitkomen met de Zulu's, die thans met bun vorst bold, vainglorious en eager for distinction waren, maar Dl. I, 1891. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 104