98 Het gevaar, waarmede Natal bedreigd wordt, schijnt mij toe zeer groot te zijn en zal zeker vermeerderd worden, indien men zich verzet tegen hetgeen Cetywayo onlangs verlangd heeft en getoond heeft te willen doen. De grensstrook, die verdedigd moet worden, kan men in drie deelen verdoelen. In het eerste gedeelte bevindt zich de hoofdweg van Durban naar den Tugela-mond, in het middelste die van Pietermaritzburg via Greytown naar Middle drift en in het derde die van Ladismith naar Rorke's drift; het bovenste gedeelte van de Buffelrivier kan alleen gena derd worden door het district Utrecht van de Transvaal. De lengte van de grens van af de monding der Tugela tot aan Ror ke's drift bedraagt ongeveer 150 KM. en de diepte der geheele grens strook ongeveer 90 KM. Een goede weg loopt langs de riviergrens en daarvan verwijderd op een afstand, variëerende van 3 tot 30 KM. Ten einde met eenige kans op succes die strook tegen een inval der Zulu's te kunnen beschermen, die daartoe gemakkelijk 10.000 man met eene even sterke macht in reserve kunnen afzonderen, is het onvermij delijk noodig, de drie gedeelten voornoemd door eene geschikte macht te doen bezetten en bewaken. De voorste linie moet bestaan uit de bewoners van het land bij en aan den rivieroever; andere middelen zijn daarvoor niet beschikbaar. In tweede linie komt als soutien de bereden politie, nu ongeveer 200 man sterk; zij moet onophoudelijk patrouilleeren langs den grensweg van de Tugela-monding tot Rorke's drift. De derde linie of reserve is de Engelsche infanterie te of nabij Dur ban, Greytown en Ladismith. Eene macht van 2000 inboorlingen, 200 bereden Europeanen, een bataljon infanterie met twee vuurmonden komen mij voor de bewaking van elk der drie gedeelten van de grensstrook noodig voor, ofschoon de eerste en tweede linie niet bestendig onder de wapens behoeven te zijn en het voldoende is den veiligheidsdienst door een gedeelte te laten verrichten en het overige in gereedheid te houden. In het geheel acht ik dus noodig eene macht van 6000 Inlanders, 600 ruiters, 6 vuurmonden en 3 bataljons infanterie. Als reserve voor het geval eenig gedeelte door de geheele strijdmacht der Zulu's bedreigd wordt, is te Pietermaritzburg noódig eene macht van een bataljon infanterie, twee vuurmonden en eenige bereden infanterie. Volgens de in Natal geldende wetten kunnen de Inlanders door den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 109