130 was. De sergeant van de week, die evenals de officier van de week des morgens reeds gewaarschuwd was door den sergeant-majoor, dat de fuselier A. zou wegloopen, omdat zijn tijd om was, trok zich er dan ook niets van aan en liet den man loopen. In de cantine aangekomen, werd hij onmiddellijk door den planton- cantine gearresteerd. Die arrestatie geschiedde zonder de hulp van eene patrouille en bestond in den eenvoudigen last van den aanwezig zijndon korporaal of sergeant, om zich te begeven naar het kwar tier en zich te melden bij den commandant van de politiewacht. Aan dezen last werd altijd onmiddellijk voldaan; zelfs zou de man nooit vergeten om, alvorens zich te verwijderen, met de grootste nauwkeurigheid het militair saluut te geven, rechtsomkeert te ma ken op de plaats en met de handen aan het lichaam gesloten zich te verwijderen. Aan een hof, waar de strengste etiquette heerscht, kun nen de voorgeschreven vormen niet stipter worden opgevolgd. De geheele comedie liep zoo vlug van stapel, dat meer dan eens de ser geant van de week bij het maken van rapport aan den sergeant-ma joor, na afloop van het etenhalen, er aan moest toevoegen: de fuse lier A. heeft zich al gemeld bij de politiewacht en is in arrest gesteld. Alsnu werd er eene voordracht opgemaakt tot verwijdering, om dat de man langer dan 15 maanden bij het strafdetachement was en bleek onverbeterlijk te zijn. In het briefje van ontslag, dat den man wordt uitgereikt, staat vermeld eene opsomming van de krijgs- tuchtelijke overtredingen, waaraan hij zich heeft schuldig gemaakt en last not least dat hij wederom op denuit het gelid is weggeloopen en zich naar de cantine heeft begeven, alwaar hij door den planton is gearresteerd. Andermaal herhaal ik de vraag, of onze levende strijdkrachten zóó goedkoop zijn, dat men zich de luxe mag veroorloven, hen op die wijze een loopje met de voorschriften te laten nemen. Terwijl het niet toerekenen van den tijd, in de 2e kl. van M. D. bij het korps doorgebracht, op geen enkelen redelijken grond is te verdedigen, is het niet rekenen van den tijd, bij een strafdetachement doorgebracht, in alle opzichten billijk. Immers de soldaat verbindt zich bij zijn indiensttreden den staat gedurende een zeker aantal ja ren te dienen. Wanneer hij nu die verbintenis niet nakomt, door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 141