134 wanneer de bevoorrechten maar steeds in het oog hielden, dat zij don hoogeren rang niet aan persoonlijke verdiensten, maar zuiver en alleen aan het toeval hebben, te danken, dan zou de verhoudin<r tot hunne minder gelukkige kameraden veel van haar stuitend en grie vend karakter verliezen. Hoeveel onaangenamer is dan niet de verhouding van den E. A. W. apotheker tot een chef der ziekeninrichting, die jonger officier is. In alle bovengenoemde gevallen is de ondergeschiktheid eene zeer betrekkelijke; zij is beperkt tot uiterlijke eerbewijzen en tot den garnizoensdienst; nooit gebeurt het, dat in éénzelfden dienst de oudere rechtstreeks onder de bevelen van den jongeren officier komt te dienen. En dit is wel het geval met de apothekers, want deze staan, vol gens de boven aangehaalde 'artikelen v. h. reglement, rechtstreeks onder de bevelen van den chef der ziekeninrichting. Daarom lieb ik volle recht te beweren, dat zulk eene verhouding strijdt tegen de eerste beginselen der krijgstucht. Maar er is meer Niet alleen is er wanverhouding in de anciënniteit der betrokken officieren, ook gebeurt het, dat de hoogere in rang onder den jon gere komt te dienen. Gedurende verscheidene maanden stond o. a. een apotheker der le kl. met 25 dienstjaren rechtstreeks onder de bevelen van een off. v. gezondh. der 2e kl. met 6 dienstjaren. Wel heette deze toestand tijdelijk, maar hierin is bij het reglement op den inwendigen dienst niet voorzien, integendeel wordt in art. 10 bepaald, dat de waarnemer van eenige functie in alle rechten van den meerdere treedt. Eene dergelijke waarneming zou tot geene bijzondere moeilijkheden aanleiding behoeven te geven, indien de E. A. W. apotheker niet tevens beheerder der mil. apotheek was en volgens art. 61 van de regelen voor het beheer van het materieel dien off, v. gezondh. als ordonnateur moest erkennen en volgens een ander artikel dier regelen alle staten, stukken, rapporten, verantwoordingen, enz. door dien ordonnateur moest laten onderteekenen of voor gezien teekenen. Werkelijk, ieder weldenkende zal het erkennen: zulk een toestand is strijdig met de krijgstucht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 145